Verordening (EG) Nr. 859/2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2003
- Bronpublicatie:
14-05-2003, PbEU 2003, L 124 (uitgifte: 20-05-2003, regelingnummer: 859/2003)
- Inwerkingtreding
01-06-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2003, PbEU 2003, L 124 (uitgifte: 20-05-2003, regelingnummer: 859/2003)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
1.
Aan deze verordening kan voor een tijdvak dat aan 1 juni 2003 voorafgaat geen enkel recht worden ontleend.
2.
Elk tijdvak van verzekering, alsmede, in voorkomend geval, elk tijdvak van arbeid als werknemer of als zelfstandige of van wonen dat vóór 1 juni 2003 krachtens de wetgeving van een lidstaat is vervuld, wordt voor de vaststelling van de aan de bepalingen van deze verordening te ontlenen rechten in aanmerking genomen.
3.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 ontstaat krachtens deze verordening een recht, zelfs wanneer het tijdstip waarop de gebeurtenis zich voordeed, vóór 1 juni 2003 valt.
4.
Elke prestatie die in verband met de nationaliteit van de betrokkene dan wel met diens woonplaats niet is vastgesteld of is opgeschort, wordt op verzoek van de betrokkene vastgesteld of hervat met ingang van 1 juni 2003, mits de eerder vastgestelde rechten niet in de vorm van een afkoopsom zijn vereffend.
5.
De rechten van de betrokkenen wier pensioen of rente vóór 1 juni 2003 werd vastgesteld, kunnen op hun verzoek, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening, worden herzien.
6.
Indien het in lid 4 of in lid 5 bedoelde verzoek binnen twee jaar na 1 juni 2003 wordt ingediend, worden de aan deze verordening te ontlenen rechten met ingang van die datum verkregen, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van enige lidstaat met betrekking tot het verval of de verjaring van de rechten de betrokkenen kunnen worden tegengeworpen.
7.
Indien het in lid 4 of in lid 5 bedoelde verzoek na afloop van de in lid 6 bedoelde termijn wordt ingediend, worden de niet vervallen of de niet verjaarde rechten met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend, verkregen onverminderd gunstiger bepalingen in de wetgeving van enige lidstaat.