Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Denemarken tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting
Artikel 30 Diverse bepalingen
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2018
- Redactionele toelichting
Wanneer een natuurlijke persoon die inwoner is van een van de Staten vóór de datum waarop dit wijzigingsprotocol wordt getekend een pensioen, andere soortgelijke beloning of een lijfrente afkomstig uit de andere Staat ontvangt en na die datum dit pensioen, die andere soortgelijke beloning of deze lijfrente blijft ontvangen en inwoner blijft van die Staat, blijven de bepalingen van artikel 18 van het Verdrag zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit wijzigingsprotocol met betrekking tot dit pensioen, die andere soortgelijke beloning of deze lijfrente van toepassing.
- Bronpublicatie:
09-05-2018, Trb. 2018, 161 (uitgifte: 06-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2018, Trb. 2018, 207 (uitgifte: 04-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
De bevoegde autoriteiten van de Staten kunnen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van de artikelen 10, 11 en 12 regelen.
2.
De bevoegde autoriteiten van elk van de Staten kunnen, in overeenstemming met het gebruik van die Staat, uitvoeringsvoorschriften vaststellen die nodig zijn om de overige bepalingen van dit Verdrag uit te voeren.
3.
Het is wel verstaan, dat:
- a.
indien een inwoner van Nederland volgens de bepalingen van dit Verdrag is vrijgesteld van of recht heeft op vermindering van Deense belasting, een soortgelijke vrijstelling of vermindering van toepassing is op de onverdeelde boedel van een overledene, voor zover een of meer van de verkrijgers een inwoner van Nederland is;
- b.
voor de toepassing van artikel 23, Deense belasting op de onverdeelde boedel van een overledene, voor zover de inkomsten opkomen aan een verkrijger die inwoner van Nederland is, wordt beschouwd als belasting op inkomsten of op vermogen van zulk een verkrijger.