Einde inhoudsopgave
Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
Artikel 40 [Toezicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Buitenlandse Zaken
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
1.
Het te houden toezicht strekt zich niet uit over de naleving van bijzondere voorwaarden, gesteld bij de beslissing die aan het verzoek ten grondslag ligt, welke in strijd zijn met het Nederlandse recht.
2.
Het toezicht wordt uitgeoefend met inachtneming van het bij of krachtens de artikelen 6:1:15, 6:1:18 en 6:3:14 van het Wetboek van Strafvordering bepaalde.
3.
De aanvang en duur van de proeftijd worden bepaald naar het recht van de verzoekende staat. De proeftijd duurt in geen geval langer dan zij naar Nederlands recht had kunnen duren.