Einde inhoudsopgave
Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013
Artikel 2.11
Geldend
Geldend vanaf 23-12-2020
- Bronpublicatie:
13-10-2020, Stb. 2020, 409 (uitgifte: 30-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, Stb. 2020, 533 (uitgifte: 22-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
1.
Bij ministeriële regeling kan Onze Minister op basis van een door hem uitgevoerde risicobeoordeling een lijst vaststellen van:
- a.
gastheren die bij gebruik onder laboratoriumcondities geschikt zijn voor de vervaardiging van genetisch gemodificeerde organismen van inperkingsniveau II en in categorie van fysische inperking ML-II zoals opgenomen in bijlage 4,
- b.
vectoren die bij gebruik onder laboratoriumcondities geschikt zijn voor de vervaardiging van genetisch gemodificeerde organismen van inperkingsniveau II en in categorie van fysische inperking ML-II zoals opgenomen in bijlage 4, en
- c.
inserties die bij gebruik onder laboratoriumcondities niet geschikt zijn voor de vervaardiging van genetisch gemodificeerde organismen van inperkingsniveau II en in categorie van fysische inperking ML-II zoals opgenomen in bijlage 4.
2.
De gebruiker die voornemens is onder laboratoriumcondities een genetisch gemodificeerd organisme te vervaardigen:
- a.
dat is samengesteld uit een gastheer en een of meer vectoren, die zijn opgenomen op een lijst als bedoeld in het eerste lid, en
- b.
waarvan de insertie of inserties, voor zover deze niet behoort of behoren tot een vector, niet is of zijn vermeld op een lijst als bedoeld in het eerste lid,
behoeft met betrekking tot dat ingeperkt gebruik, in afwijking van artikel 2.5, geen risicobeoordeling uit te voeren.
3.
De gebruiker die voornemens is onder laboratoriumcondities handelingen te verrichten met een genetisch gemodificeerd organisme als bedoeld in het tweede lid, behoeft met betrekking tot dat ingeperkt gebruik evenmin een risicobeoordeling uit te voeren.
4.
Het ingeperkt gebruik als bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt op inperkingsniveau II in de categorie van fysische inperking ML-II zoals opgenomen in bijlage 4.