Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 385 Instelling van arbitragepanel
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Een arbitragepanel bestaat uit drie arbiters.
2.
De partijen treden binnen tien dagen na de datum waarop de partij waartegen de klacht gericht is, het verzoek om instelling van een arbitragepanel heeft ontvangen, met elkaar in overleg om overeenstemming te bereiken over de samenstelling van het arbitragepanel.
3.
Wanneer de partijen binnen de in lid 2 van dit artikel genoemde termijn geen overeenstemming over de samenstelling van het arbitragepanel bereiken, kan elke partij binnen vijf dagen na het verstrijken van de in lid 2 van dit artikel vastgestelde termijn een arbiter benoemen uit haar krachtens artikel 404 van deze overeenkomst opgestelde sublijst. Wanneer een van de partijen verzuimt een arbiter te benoemen, wordt deze op verzoek van de andere partij door de voorzitter van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, als beschreven in artikel 438, lid 4, van deze overeenkomst, of door diens vertegenwoordiger, door middel van loting aangewezen uit de sublijst van die partij die is opgenomen in de krachtens artikel 404 van deze overeenkomst opgestelde lijst.
4.
Tenzij de partijen binnen de in lid 2 van dit artikel vastgestelde termijn overeenstemming bereiken over de voorzitter van het arbitragepanel, wordt deze op verzoek van een van de partijen door de voorzitter van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken of diens vertegenwoordiger door middel van loting aangewezen uit de sublijst van voorzitters die is opgenomen in de krachtens artikel 404 van deze overeenkomst opgestelde lijst.
5.
De voorzitter van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken of diens vertegenwoordiger wijst binnen vijf dagen na de indiening van het in lid 3 respectievelijk lid 4 bedoelde verzoek van een van de partijen de arbiters aan.
6.
De datum van instelling van het arbitragepanel is die waarop de laatste van de drie aangewezen arbiters de benoeming aanvaardt overeenkomstig de procedureregels in bijlage XXXIII bij deze overeenkomst.
7.
Indien een of meer van de in artikel 404 van deze overeenkomst bedoelde lijsten niet zijn opgesteld of niet voldoende namen bevatten op het tijdstip van indiening van een verzoek als bedoeld in lid 3 respectievelijk lid 4 van dit artikel, worden de arbiters door middel van loting aangewezen uit de personen die door een van de partijen of door beide partijen formeel zijn voorgedragen.
8.
Tenzij de partijen anders overeenkomen, is met betrekking tot een geschil in het kader van hoofdstuk 11 (Handelsgerelateerde energie) van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van deze overeenkomst dat door een partij dringend wordt geacht wegens een volledige of gedeeltelijke onderbreking of dreigende onderbreking van het vervoer van aardgas, olie of elektriciteit tussen de partijen, lid 3, tweede volzin, respectievelijk lid 4 van toepassing zonder dat een beroep op lid 2 kan worden gedaan, en bedraagt de in lid 5 bedoelde periode twee dagen.