Einde inhoudsopgave
Wet elektriciteit en drinkwater BES
Artikel 6.3
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
23-03-2016, Stb. 2016, 142 (uitgifte: 22-04-2016, kamerstukken: 34089)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2016, Stb. 2016, 234 (uitgifte: 24-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Waterrecht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Energierecht / Distributie
1.
Een toezichthouder is, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:
- a.
alle inlichtingen te vragen;
- b.
inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
- c.
goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen en deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
- d.
alle plaatsen, met uitzondering van woningen, zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoner te betreden;
- e.
woningen of tot bewoning bestemde gedeelten van vaartuigen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner binnen te treden.
2.
Zo nodig wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.
3.
Op het binnentreden van woningen of van tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, is Titel X van het Derde Boek van het Wetboek van Strafvordering BES van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 155, vierde lid, 157, tweede en derde lid, 158, eerste lid, laatste zinsnede, en met dien verstande dat de machtiging wordt verleend door de procureur-generaal.
4.
Een ieder is verplicht aan een toezichthouder alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.
5.
Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit.
6.
Bij de uitoefening van zijn taak draagt een toezichthouder een legitimatiebewijs met een foto van de toezichthouder en vermelding van diens naam en hoedanigheid bij zich. Desgevraagd toont hij zijn legitimatiebewijs aanstonds.