Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2011/64/EU betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
21-06-2011, PbEU 2011, L 176 (uitgifte: 05-07-2011, regelingnummer: 2011/64/EU)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-2011, PbEU 2011, L 176 (uitgifte: 05-07-2011, regelingnummer: 2011/64/EU)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
Het percentage van het specifieke deel van de accijns op sigaretten ten opzichte van de totale belastingdruk wordt vastgesteld op basis van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.
2.
De gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs is gelijk aan de op basis van de kleinhandelsprijs inclusief alle belastingen berekende totale waarde van alle tot verbruik uitgeslagen sigaretten, gedeeld door de totale hoeveelheid tot verbruik uitgeslagen sigaretten. Deze prijs wordt uiterlijk op 1 maart van elk jaar bepaald op basis van de gegevens in verband met alle tot verbruik uitgeslagen hoeveelheden van het voorgaande kalenderjaar.
3.
Tot en met 31 december 2013 mag het specifieke deel van de accijns niet lager zijn dan 5 % noch hoger dan 76,5 % van de totale belastingdruk die resulteert uit de samenstelling van:
- a)
de specifieke accijns;
- b)
de ad-valoremaccijns en de belasting op de toegevoegde waarde (btw) die worden geheven op de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.
4.
Vanaf 1 januari 2014 mag het specifieke deel van de accijns op sigaretten niet lager zijn dan 7,5 % noch hoger dan 76,5 % van de totale belastingdruk die resulteert uit de samenstelling van:
- a)
de specifieke accijns;
- b)
de ad-valoremaccijns en de btw die worden geheven op de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs.
5.
Wanneer de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs van sigaretten in een lidstaat verandert en het specifieke deel van de accijns, uitgedrukt als percentage van de totale belastingdruk, hierdoor minder dan 5 % of 7,5 %, al naargelang het geval, dan wel meer dan 76,5 % van de totale belastingdruk gaat bedragen, mag de betrokken lidstaat, in afwijking van de leden 3 en 4, wachten met het aanpassen van het bedrag van de specifieke accijns tot uiterlijk 1 januari van het tweede jaar volgende op dat waarin de verandering zich heeft voorgedaan.
6.
Onverminderd de leden 3, 4 en 5 van dit artikel en artikel 7, lid 1, tweede alinea, kunnen de lidstaten een minimumaccijns op sigaretten heffen.