Einde inhoudsopgave
Belastingwet BES
Artikel 8.107 Onderzoek ter zitting
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2015
- Redactionele toelichting
Zaken die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wijziging aanhangig waren bij de Raad van Beroep voor belastingzaken gaan van rechtswege over naar het Gerecht in eerste aanleg.
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2011, 640 (uitgifte: 29-12-2011, kamerstukken: 33004)
- Inwerkingtreding
30-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2015, Stb. 2015, 143 (uitgifte: 16-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Zodra het verweerschrift of de dupliek is ingediend, dan wel de termijn daarvoor is verstreken, worden partijen ten minste zes weken van tevoren uitgenodigd om op een in de uitnodiging te vermelden plaats en tijdstip op een zitting van het Gerecht in eerste aanleg te verschijnen.
2.
Als partijen daarvoor toestemming hebben verleend, kan het Gerecht in eerste aanleg bepalen dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.
3.
Tot tien dagen voor de zitting kunnen partijen nadere stukken indienen. Op deze bevoegdheid worden partijen in de uitnodiging gewezen.
4.
Behoudens voor zover het beroep is gericht tegen een uitspraak waarbij een boete geheel of gedeeltelijk is gehandhaafd, vindt het onderzoek ter zitting plaats met gesloten deuren. Het Gerecht in eerste aanleg kan bepalen dat het onderzoek openbaar is, mits de belangen van partijen daardoor niet worden geschaad.