Einde inhoudsopgave
Wet op de Europese ondernemingsraden
Artikel 8 [Oprichting bijzondere onderhandelingsgroep]
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2011
- Bronpublicatie:
07-11-2011, Stb. 2011, 521 (uitgifte: 14-11-2011, kamerstukken: 32705)
- Inwerkingtreding
15-11-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-11-2011, Stb. 2011, 521 (uitgifte: 14-11-2011, kamerstukken: 32705)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Het hoofdbestuur kan een bijzondere onderhandelingsgroep oprichten teneinde daarmee in onderhandeling te treden over een overeenkomst tot instelling van een Europese ondernemingsraad, al dan niet overeenkomstig paragraaf 3, of tot een regeling waarbij op een andere wijze wordt voorzien in het verstrekken van inlichtingen aan en het raadplegen van werknemers of hun vertegenwoordigers over grensoverschrijdende aangelegenheden.
2.
Het hoofdbestuur is verplicht tot instelling van een bijzondere onderhandelingsgroep als bedoeld in het eerste lid, indien van ten minste 100 werknemers of hun vertegenwoordigers afkomstig uit tenminste twee ondernemingen of vestigingen in ten minste twee verschillende betrokken staten een schriftelijk verzoek daartoe is ontvangen. Indien een verzoek daartoe is ontvangen door een tot de communautaire onderneming of groep behorende vestiging of onderneming, draagt het hoofdbestuur er zorg voor dat het verzoek onverwijld naar hem wordt doorgezonden en dat van de doorzending mededeling wordt gedaan aan de verzoekers.
3.
De in het tweede lid bedoelde verplichting geldt, indien de bijzondere onderhandelingsgroep een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, niet gedurende twee jaar na het nemen van dat besluit, tenzij het hoofdbestuur en de bijzondere onderhandelingsgroep anders zijn overeengekomen.