Einde inhoudsopgave
Kadasterregeling 1994
Artikel 149
Geldend
Geldend vanaf 28-09-2024
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 31194 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 24.020936)
- Inwerkingtreding
28-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 31194 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 24.020936)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
1.
De kennelijke misslagen begaan bij de bijwerking van door de Dienst gehouden kaarten en daaraan ten grondslag liggende bescheiden, bedoeld in 7s, eerste lid, van de wet, worden op de dag dat zulks blijkt onverwijld hersteld met inachtneming van het tweede tot en met vijfde lid.
2.
Ingeval bij het vervaardigen van relazen van bevindingen een vroeger begane misslag wordt verbeterd, wordt op het desbetreffende relaas verwezen naar het stuk waarbij die misslag was ontstaan. Op het verbeterde stuk wordt naar het desbetreffende relaas verwezen.
3.
Een misslag of aanmerkelijke onnauwkeurigheid in de grootte van een perceel, alsmede het herstel daarvan wordt aangetekend op het formulier inzake de berekening van de grootten van percelen, alsmede in de metingstaat.
4.
Op de hulpkaart wordt bij herstelde lijnen of lijnstukken het woord redres geschreven. In het geval dat een perceelnummer ten gevolge van een misslag ten onrechte is ontstaan en derhalve van de kadastrale kaart moet worden verwijderd, wordt op de desbetreffende hulpkaart verwezen naar de nieuwe hulpkaart.
5.
Indien het herstel van een misslag leidt tot wijziging van de basisregistratie kadaster, wordt een metingstaat opgemaakt waarin de misslag en het herstel zijn vermeld.