Einde inhoudsopgave
Besluit spoorwegpersoneel 2011
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
22-02-2019, Stb. 2019, 104 (uitgifte: 08-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-02-2019, Stb. 2019, 104 (uitgifte: 08-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bedrijfsveiligheid
Vervoersrecht / Railvervoer
Openbare orde en veiligheid / Rampvoorbereiding
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
1.
Onze Minister stelt ten behoeve van een beoordeling als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder a, van de wet, een examenprogramma vast dat voldoet aan de in bijlage IV van richtlijn 2007/59/EG gestelde eisen inzake algemene kennis en vaardigheden.
2.
Degene onder wiens gezag de veiligheidsfunctie van machinist met volledige bevoegdheid of van machinist met beperkte bevoegdheid wordt uitgeoefend, stelt ten behoeve van de beoordeling, bedoeld in artikel 51a, vierde lid, onder b, van de wet, een examenprogramma vast dat voldoet aan de in bijlage V en VI van richtlijn 2007/59/EG gestelde eisen inzake specifieke vakkennis inzake spoorvoertuigen en hoofdspoorweginfrastructuur.
3.
Onze Minister stelt voor de veiligheidsfunctie van rangeerder, wagencontroleur, treindienstleider met volledige bevoegdheid en treindienstleider met minimale bevoegdheid een examenprogramma vast dat voldoet aan de geldende paragrafen en aanhangsels van de TSI Exploitatie en verkeersleiding inzake algemene kennis, bekwaamheid en ervaring.