Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 2.19 Indienen aanvraag subsidievaststelling
Geldend
Geldend vanaf 10-06-2023
- Bronpublicatie:
07-06-2023, Stcrt. 2023, 15754 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: WJZ/ 26532976)
- Inwerkingtreding
10-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-06-2023, Stcrt. 2023, 15754 (uitgifte: 09-06-2023, regelingnummer: WJZ/ 26532976)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De subsidieontvanger, of indien subsidieontvangers samenwerken in een samenwerkingsverband de penvoerder, dient een aanvraag tot subsidievaststelling in uiterlijk dertien weken na het tijdstip waarop de activiteiten moeten zijn voltooid.
2.
De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.
3.
Bij een aanvraag tot subsidievaststelling wordt in voorkomend geval mededeling gedaan van andere inkomsten, waaronder subsidies, waarmee de activiteit waarop de subsidie betrekking heeft is gefinancierd.
4.
De aanvraag tot subsidievaststelling bevat in ieder geval:
- a.
gegevens over de subsidieontvanger, waaronder de naam, het adres en het door de minister toegekende referentienummer;
- b.
gegevens over de hoogte van de gemaakte subsidiabele kosten of over de verrichte prestatie; en
- c.
gegevens die aantonen dat de communicatieactiviteiten, bedoeld in artikel 2.9, vijfde lid, onderdeel a, subonderdeel 6°, zijn uitgevoerd.
5.
Een aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een eindverslag indien de beschikking tot subsidieverlening betrekking heeft op een projectplan. Het eindverslag bevat ten minste:
- a.
een samenvatting van het project;
- b.
een beschrijving van de activiteiten die in het kader van het project zijn verricht;
- c.
een evaluatie van de mate waarin de activiteiten hebben bijgedragen aan de doelstellingen, omschreven in het projectplan waarop de beschikking tot subsidieverlening betrekking heeft;
- d.
de kennis en informatie die met het project zijn opgedaan; en
- e.
de wijze waarop de kennis en informatie, bedoeld in onderdeel c, openbaar is of zal worden gemaakt, indien in deze regeling is bepaald dat openbaarmaking plaatsvindt.