Einde inhoudsopgave
Besluit diëtist, ergotherapeut, logopedist, mondhygiënist, oefentherapeut, orthoptist en podotherapeut
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2011
- Bronpublicatie:
06-07-2011, Stb. 2011, 366 (uitgifte: 19-07-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2011, Stb. 2011, 366 (uitgifte: 19-07-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
Tot het gebied van deskundigheid van de logopedist wordt gerekend:
- a.
het herkennen van risicofactoren en symptomen bij de patiënt die wijzen op de mogelijke aanwezigheid van een aandoening waarvoor deskundigheid van een andere discipline gewenst of noodzakelijk is en bij constatering daarvan verwijzen naar die andere discipline;
- b.
het uitwendig onderzoeken van de patiënt of en zo ja in hoeverre:
- –
de vermogens tot het spreken, leren spreken en gebruiken van taal aanwezig zijn,
- –
de vermogens tot veilig en efficiënt eten, drinken en slikken aanwezig zijn,
- –
de gehoor-, stem- of spraakorganen functioneren, daaronder begrepen de invloed van de ademhaling op de stemgeving,
- –
er mede aan de persoonlijkheid van de patiënt en diens relatie tot zijn omgeving gerelateerde stoornissen in het toepassen van taal of het spreken aanwezig zijn, en op basis van de verkregen gegevens opstellen van een behandelplan;
- c.
het behandelen van de patiënt, gericht op:
- –
het herstellen, verbeteren of onderhouden van het functioneren van diens gehoor-, stem- of spraakorganen of het voor de stemgeving noodzakelijke reguleren van diens ademhaling;
- –
het opheffen van bij de patiënt aanwezige stoornissen in het spreken of leren spreken dan wel in het gebruiken van de taal of in het adequaat eten, drinken en slikken, al dan niet in samenhang met de daartoe noodzakelijke beïnvloeding van beweging of gedrag;
- –
het in het kader van de behandeling begeleiden van de patiënt bij het aanwenden van hulpmiddelen die het functioneren van de gehoor-, stem of spraakorganen bevorderen of die deze organen geheel of ten dele vervangen;
- d.
het onderzoeken van een persoon of het geven van logopedisch advies aan een persoon, met als doel het voorkomen van stoornissen in het functioneren van de gehoor-, stem- of spraakorganen dan wel in het spreken of in het gebruiken van de taal.