Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 144 Ambts- of dienstwoning
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 05-09-2005
- Bronpublicatie:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-08-2006, terugwerkend tot: 05-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2006, Stb. 2006, 353 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De militair die een ambts- of dienstwoning bewoont, draagt de kosten van het onderhoud, dat volgens de wet en het plaatselijk gebruik voor rekening van de huurder komt, tenzij bij ministeriële regeling afwijkende regels worden gesteld.
2.
Ingeval de militair overlijdt behouden de achtergebleven gezinsleden gedurende de maand van het overlijden en de volgende drie maanden het gebruik van de ambts- of dienstwoning waarin zij met de militair woonden. Het hoofd defensieonderdeel kan die termijn bekorten indien het belang van de dienst dit noodzakelijk maakt. Alsdan wordt door het hoofd defensieonderdeel naar billijkheid een schadevergoeding gegeven.
3.
Bij vrijwillig verlaten van de ambts- of dienstwoning binnen de termijn gedurende welke de woning nog mag worden gebruikt, kan het hoofd defensieonderdeel een uitkering geven.