Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 851/2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding
Artikel 25 Fraudebestrijding
Geldend
Geldend vanaf 26-12-2022
- Bronpublicatie:
23-11-2022, PbEU 2022, L 314 (uitgifte: 06-12-2022, regelingnummer: 2022/2370)
- Inwerkingtreding
26-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2022, PbEU 2022, L 314 (uitgifte: 06-12-2022, regelingnummer: 2022/2370)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) is onverkort van toepassing op het Centrum.
2.
Het Centrum treedt toe tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)(2) en stelt onverwijld de desbetreffende voorschriften vast die op alle personeelsleden van het Centrum van toepassing zijn.
3.
In de financieringsbesluiten en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsovereenkomsten en -instrumenten wordt uitdrukkelijk vermeld dat het EOM zijn bevoegdheden kan uitoefenen, met inbegrip van zijn onderzoeksbevoegdheid, en dat de Rekenkamer en OLAF, indien nodig, bij de begunstigden van middelen van het Centrum en bij de tussenpersonen die deze middelen verdelen, controles ter plaatse kunnen houden, overeenkomstig hun respectieve rechtskaders.
4.
Onverminderd de leden 1, 2 en 3 verlenen werkafspraken met derde landen en met internationale organisaties, subsidieovereenkomsten, subsidiebesluiten en contracten van het Centrum aan de Rekenkamer, het OLAF en het EOM de rechten en toegang die zij nodig hebben bij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden.
Voetnoten
Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).;
PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.