Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 27 Regeling voor onderling overleg
Geldend
Geldend vanaf 29-03-1974
- Bronpublicatie:
16-03-1973, Trb. 1973, 83 (uitgifte: 25-05-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-03-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-1974, Trb. 1974, 41 (uitgifte: 01-01-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Indien een inwoner van een van de Staten van oordeel is dat de maatregelen van een van de Staten of van elk van beide Staten voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met deze Overeenkomst, kan hij, onverminderd de rechtsmiddelen waarin de nationale wetgeving van die Staten voorziet, zijn geval voorleggen aan de bevoegde autoriteit van de Staat waarvan hij inwoner is. Het geval dient te worden voorgelegd binnen drie jaren na de eerste kennisgeving van de maatregel die leidt tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de Overeenkomst.
2.
De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar hem gegrond voorkomt en indien hij niet zelf in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, de aangelegenheid in onderlinge overeenstemming met de bevoegde autoriteit van de andere Staat te regelen ten einde een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de Overeenkomst, te vermijden. De overeengekomen regeling zal worden toegepast ongeacht de termijnen waarin de nationale wetgevingen van de beide Staten voorzien.
3.
De bevoegde autoriteiten van de Staten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de toepassing van de Overeenkomst in onderlinge overeenstemming op te lossen. Zij kunnen in het bijzonder met elkaar overleg plegen ten einde tot een regeling te geraken die ertoe leidt:
- a)
dat voordelen, die aan een onderneming van een van de Staten en aan haar vaste inrichting in de andere Staat opkomen, op gelijke wijze worden toegerekend;
- b)
dat voordelen, die aan een onderneming van een van de Staten en aan een gelieerde persoon als bedoeld in artikel 9 opkomen, op gelijke wijze worden toegerekend.
Deze autoriteiten kunnen ook met elkaar overleg plegen ten einde dubbele belasting ongedaan te maken in gevallen waarvoor in de Overeenkomst geen voorziening is getroffen.
4.
De bevoegde autoriteiten van de Staten kunnen zich rechtstreeks met elkaar in verbinding stellen ten einde een overeenstemming als bedoeld in de voorgaande leden te bereiken.