Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 30-05-1996
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 27-11-1992, Trb. 1994, 228.
- Bronpublicatie:
27-11-1992, Trb. 1994, 228 (uitgifte: 04-11-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-05-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-1996, Trb. 1996, 197 (uitgifte: 22-07-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Elke Verdragsluitende Staat draagt er zorg voor, dat een persoon die op zijn grondgebied bijdragende olie ontvangt in zodanige hoeveelheden dat hij verplicht is aan het Fonds bij te dragen, vermeld staat op een lijst die door de Directeur van het Fonds in overeenstemming met de navolgende bepalingen wordt aangelegd en bijgehouden.
2.
Tot het in het eerste lid omschreven doel moet elke Verdragsluitende Staat op het tijdstip en de wijze als in het huishoudelijk reglement nader te bepalen, aan de Directeur de naam en het adres mededelen van elke persoon die met betrekking tot die Staat ingevolge artikel 10 gehouden is bij te dragen aan het Fonds, alsmede de gegevens verstrekken betreffende de ontvangen hoeveelheden bijdragende olie die door een zodanige persoon gedurende het voorafgaande kalenderjaar zijn ontvangen.
3.
Ten einde vast te stellen wie op een bepaald tijdstip de personen zijn die op grond van het eerste lid van artikel 10 gehouden zijn bij te dragen aan het Fonds en, zo nodig, te bepalen welke hoeveelheden olie in aanmerking moeten worden genomen ten aanzien van elke zodanige persoon bij het vaststellen van de door hem verschuldigde bijdrage, geldt de lijst als bewijs van de daarin vermelde gegevens totdat het tegendeel is bewezen.
4.
Wanneer een Verdragsluitende Staat niet voldoet aan zijn verplichtingen de Directeur de in het tweede lid bedoelde mededeling te doen en zulks leidt tot een financieel verlies voor het Fonds, is die Verdragsluitende Staat verplicht dit verlies aan het Fonds te vergoeden. De Algemene Vergadering besluit, op aanbeveling van de Directeur, of een Verdragsluitende Staat een zodanige vergoeding dient te betalen.