Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens
Artikel 24 Territoriale clausule
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1985
- Bronpublicatie:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-1981, Trb. 1988, 7 (uitgifte: 26-01-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Handhaving persoonsbescherming
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Informatierecht / ICT
1.
Iedere Staat kan bij de ondertekening of de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding het gebied of de gebieden aanwijzen waarop dit Verdrag van toepassing zal zijn.
2.
Iedere Staat kan op elk later tijdstip door middel van een verklaring gericht aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa de toepassing van dit Verdrag uitbreiden tot enig ander in de verklaring vermeld gebied. Het Verdrag treedt voor dat gebied in werking op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de verklaring door de Secretaris-Generaal.
3.
Iedere verklaring afgelegd krachtens beide voorgaande leden kan wat betreft elk daarin vermeld gebied worden ingetrokken door middel van een kennisgeving gericht aan de Secretaris-Generaal. De intrekking wordt van kracht op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een tijdvak van zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal.