Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector
Artikel 4 Transparantie van ongunstige effecten op de duurzaamheid op entiteitsniveau
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2019
- Bronpublicatie:
27-11-2019, PbEU 2019, L 317 (uitgifte: 09-12-2019, regelingnummer: 2019/2088)
- Inwerkingtreding
29-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2019, PbEU 2019, L 317 (uitgifte: 09-12-2019, regelingnummer: 2019/2088)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Milieurecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Financiëlemarktdeelnemers publiceren en handhaven op hun website:
- a)
indien zij de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren in aanmerking nemen, een verklaring over het ‘due diligence’ beleid met betrekking tot die effecten, waarbij terdege rekening wordt gehouden met de omvang, de aard en de schaal van hun activiteiten en de soorten financiële producten die zij beschikbaar stellen;
- b)
indien zij ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren niet in aanmerking nemen, duidelijke redenen daarvoor, met inbegrip van, indien relevant, informatie over de vraag of en wanneer zij voornemens zijn die ongunstige effecten wel in aanmerking te nemen.
2.
Financiëlemarktdeelnemers nemen in de informatie die zij overeenkomstig lid 1, punt a), verstrekken ten minste het volgende op:
- a)
informatie over hun gedragslijnen inzake de vaststelling en prioritering van de belangrijkste ongunstige effecten op de duurzaamheid en indicatoren;
- b)
een beschrijving van de belangrijkste ongunstige effecten op de duurzaamheid en van de in verband daarmee genomen of, indien relevant, geplande maatregelen;
- c)
indien van toepassing, een kort overzicht van het betrokkenheidsbeleid overeenkomstig artikel 3 octies van Richtlijn 2007/36/EG;
- d)
een verwijzing naar de naleving van gedragscodes voor verantwoord ondernemen en internationaal erkende normen voor ‘due diligence’ en verslaglegging en, indien relevant, de mate van afstemming ervan op de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs.
3.
In afwijking van lid 1 publiceren en handhaven financiëlemarktdeelnemers die op hun balansdatum het criterium van het gemiddeld aantal van 500 werknemers in het boekjaar overschrijden, vanaf 30 juni 2021 op hun website een verklaring over hun ‘due diligence’ beleid ten aanzien van de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren. Die verklaring omvat ten minste de informatie bedoeld in lid 2.
4.
In afwijking van lid 1 van dit artikel publiceren en handhaven financiëlemarktdeelnemers die moederondernemingen zijn van een grote groep als bedoeld in artikel 3, lid 7, van Richtlijn 2013/34/EU en die op hun balansdatum, op geconsolideerde basis, het criterium van het gemiddeld aantal van 500 werknemers in het boekjaar overschrijden, vanaf 30 juni 2021 op hun website een verklaring over het ‘due diligence’ beleid ten aanzien van de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren. Die verklaring omvat ten minste de informatie bedoeld in lid 2.
5.
Financieel adviseurs publiceren en handhaven op hun website:
- a)
informatie over de vraag of zij, terdege rekening houdend met de omvang, de aard en de schaal van hun activiteiten en de soorten financiële producten waarover zij advies verstrekken, in hun beleggings- of verzekeringsadvies de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren in aanmerking nemen; of
- b)
informatie over de vraag waarom zij in hun beleggings- of verzekeringsadvies ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren niet in aanmerking nemen en, indien relevant, informatie over de vraag of en wanneer zij voornemens zijn die ongunstige effecten wel in aanmerking te nemen.
6.
Uiterlijk op 30 december 2020 ontwikkelen de ETA's via het Gemengd Comité ontwerpen van technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010 wat betreft inhoud, methodes en presentatie van de informatie als bedoeld in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel, met betrekking tot duurzaamheidsindicatoren in verband met ongunstige effecten op het klimaat en andere milieugerelateerde ongunstige effecten.
De ETA's verzoeken, indien relevant, het Europees Milieuagentschap en het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie om bijdragen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid overgedragen om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010.
7.
Uiterlijk op 30 december 2021 ontwikkelen de ETA's via het Gemengd Comité ontwerpen van technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010, wat betreft inhoud, methodes en presentatie van de informatie als bedoeld in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel met betrekking tot duurzaamheidsindicatoren in verband met ongunstige effecten op het gebied van sociale en werkgelegenheidszaken, eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van corruptie en van omkoping.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid overgedragen om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010 en (EU) nr. 1095/2010.