Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1960
- Bronpublicatie:
11-04-1960, Trb. 1960, 40 (uitgifte: 25-04-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1960
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-08-1960, Trb. 1960, 102 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
De Bijzondere Commissie heeft tot taak:
- 1)
de gemeenschappelijke regels op te stellen voor de uitvoering van deze Overeenkomst;
- 2)
de Werkgroep de voorstellen te doen welke verbetering kunnen brengen in de wijze waarop deze Overeenkomst wordt toegepast en, voor zover nodig tot wijziging of ter aanvulling van haar bepalingen;
- 3)
de Werkgroep de voorstellen te doen aangaande de wenselijkheid met derde landen onderhandelingen aan te knopen ten einde overeenkomsten te sluiten op het gebied dat onderwerp uitmaakt van deze Overeenkomst;
- 4)
uitvoering te geven aan de besluiten van de Werkgroep of de uitvoering daarvan te bevorderen en de uitvoering van de genomen besluiten door de nationale administraties na te gaan.
De Bijzondere Commissie wendt zich rechtstreeks tot de Werkgroep, aan welke de uitsluitende bevoegdheid toekomt haar richtlijnen te geven.
De Bijzondere Commissie stelt haar reglement van orde vast en legt dit ter goedkeuring voor aan de Werkgroep.