Einde inhoudsopgave
Besluit rechtspositie korps politie BES
Artikel 54
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Besluit rechtspositie korps politie Nederlandse Antillen 2000, zoals gewijzigd bij het Besluit houdende de aanpassing van het Besluit rechtspositie korps politie BES (07-10-2010, Stb. 379) . Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
07-10-2010, Stb. 2010, 419 (uitgifte: 08-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Aanstelling
Ambtenarenrecht / Arbeidstijden
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Disciplinaire straffen
Ambtenarenrecht / Functiewaardering
Ambtenarenrecht / Ontslag
Ambtenarenrecht / Verlof
Ambtenarenrecht / Ziekte
1.
De ambtenaar van politie die zorg draagt voor een persoon genoemd in het vierde lid, heeft aanspraak op buitengewoon verlof wegens calamiteiten met behoud van volle bezoldiging.
2.
Onder calamiteit wordt verstaan ziekte of een andere onverwachte gebeurtenis waardoor een noodsituatie ontstaat in de verzorging van een in het vierde lid genoemde persoon.
3.
Het verlof is bedoeld voor de eerste opvang en het treffen van verdere voorzieningen en bedraagt maximaal 8 werkuren per calamiteit voor maximaal 3 calamiteiten per kalenderjaar.
4.
De personen voor wier verzorging het buitengewoon verlof kan worden verleend zijn: de echtgenote, ouders, stiefouders, pleegouders, schoonouders, kinderen, stiefkinderen, pleegkinderen en aangehuwde kinderen van de ambtenaar van politie.
5.
De ambtenaar van politie informeert Onze Minister vooraf over het opnemen van het verlof onder opgave van de reden.
6.
Onze Minister kan verlangen dat de ambtenaar van politie achteraf aannemelijk maakt dat sprake was van een noodsituatie. Indien betrokkene daar naar het oordeel van Onze Minister niet in slaagt, worden de opgenomen uren in mindering gebracht op zijn vakantie-uren.