Einde inhoudsopgave
Kieswet
Artikel J 25 [Gang van zaken bij stemming]
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-05-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 247 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken: 34939)
- Inwerkingtreding
28-07-2018, terugwerkend tot: 25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, Stb. 2018, 248 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Kiesrecht
1.
De kiezer overhandigt aan de voorzitter van het stembureau het in artikel J 24, eerste lid, onder a, genoemde identiteitsdocument, en de stempas.
2.
Indien de voorzitter constateert dat de kiezer niet beschikt over een geldig identiteitsdocument, wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.
3.
Indien de kiezer naar het oordeel van de voorzitter over een geldig identiteitsdocument beschikt, controleert de voorzitter de echtheid van de stempas.
4.
Indien het stembureau constateert dat de stempas niet echt is neemt de voorzitter de stempas in en wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.
5.
Indien de stempas echt is, gaat het tweede lid van het stembureau na of het volgnummer van de stempas voorkomt in het uittreksel van ongeldige stempassen, bedoeld in artikel J 7a, tweede volzin. Indien dat het geval is, neemt het tweede lid van het stembureau de stempas in en wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.
6.
Indien het volgnummer van de stempas niet voorkomt in het uittreksel van ongeldige stempassen, controleert de voorzitter vervolgens of de gegevens op het identiteitsdocument overeenkomen met de gegevens op de stempas. Indien de voorzitter constateert dat de gegevens niet overeenkomen, wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.
7.
Indien de kiezer beschikt over een geldig identiteitdocument en een geldige stempas en de identiteit op beide documenten overeenkomt, neemt het tweede lid van het stembureau de stempas in en wordt de kiezer toegelaten tot de stemming. Voor zover deze handeling als gevolg van een nieuwe stemming als bedoeld in artikel V 6, tweede lid, een verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming betreft, zijn de artikelen 15, 16 en 18 van die verordening niet van toepassing.
8.
Vervolgens overhandigt de voorzitter aan de kiezer een stembiljet.
9.
De voorzitter houdt aantekening van het aantal ingenomen geldige stempassen.
10.
De ingevolge dit artikel ingenomen stempassen die niet echt of ongeldig zijn, worden door het stembureau onbruikbaar gemaakt.