Einde inhoudsopgave
Beleidsregels EV-beoordeling tracébesluiten
Artikel 25 beoordeling effecten verschuiving referentiepunt
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2015
- Bronpublicatie:
03-09-2014, Stcrt. 2014, 25839 (uitgifte: 01-10-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/89247)
- Inwerkingtreding
01-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2015, Stb. 2015, 92 (uitgifte: 03-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet basisnet (10-07-2013, Stb. 307), het KB van 03-09-2013, Stb. 340, het Besluit externe veiligheid transportroutes (11-11-2013, Stb. 465) en de Regeling basisnet (19-03-2014, Stcrt. 8242).
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Vervoersrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Riskmanagement
Omgevingsrecht / Ruimtelijke ordening
Onverminderd artikel 26 wordt bij een tracébesluit dat betrekking heeft op een wijziging van een hoofdspoorweg als gevolg waarvan de ligging van het referentiepunt verschuift en als gevolg van die verschuiving bestaande of geprojecteerde kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten komen te liggen binnen de basisnetafstand, inzicht gegeven in:
- a.
het aantal bestaande en geprojecteerde kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten dat als gevolg van de verschuiving van het referentiepunt binnen de basisnetafstand komt te liggen;
- b.
het aantal bestaande en geprojecteerde kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten dat voor uitvoering van het tracébesluit binnen de basisnetafstand ligt, maar als gevolg van de verschuiving van het referentiepunt na uitvoering van een besluit buiten de basisnetafstand komt te liggen, en
- c.
de afweging die ten grondslag ligt aan de keuze voor de ligging van de te wijzigen hoofdspoorweg en het effect van die ligging voor de objecten, bedoeld onder a en b, in relatie tot de inspanningsplicht, bedoeld in artikel 24.