Wetboek van Strafvordering
Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering:artikel 6.1.11
Wetboek van Strafvordering
Artikel 6:1:11 [Beëindigen tenuitvoerlegging geldboeten]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
Onze Minister is bevoegd de tenuitvoerlegging van geldboeten waarvoor geen gratie kan worden verleend te beëindigen indien hij van oordeel is dat met de voortzetting daarvan geen redelijk doel wordt gediend.
2.
Indien Onze Minister hiertoe besluit wordt dit schriftelijk medegedeeld aan de veroordeelde.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.