Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793 betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles en noodmaatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit bepaalde derde landen tot uitvoering van de Verordeningen (EU) 2017/625 en (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660 van de Commissie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 18-11-2019
- Bronpublicatie:
22-10-2019, PbEU 2019, L 277 (uitgifte: 29-10-2019, regelingnummer: 2019/1793)
- Inwerkingtreding
18-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2019, PbEU 2019, L 277 (uitgifte: 29-10-2019, regelingnummer: 2019/1793)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 22 oktober 2019 betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles en noodmaatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit bepaalde derde landen tot uitvoering van de Verordeningen (EU) 2017/625 en (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660 van de Commissie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 34, lid 6, onder a), artikel 47, lid 2, onder b), artikel 54, lid 4, onder a) en b), en artikel 90, onder c),
Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (2), en met name artikel 53, lid 1, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EU) 2017/625 integreert in één enkel wetgevingskader de regels die van toepassing zijn op officiële controles op dieren en goederen die de Unie binnenkomen, om na te gaan of de wetgeving van de Unie betreffende de agro-voedselketen wordt nageleefd. Met dit doel worden bij die verordening Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) en andere handelingen van de Unie met betrekking tot officiële controles op specifieke gebieden ingetrokken en vervangen.
- (2)
Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 moeten bepaalde categorieën dieren en goederen uit bepaalde derde landen voordat zij de Unie binnenkomen altijd aan grenscontroleposten worden aangeboden voor officiële controles. Bovendien is in artikel 47, lid 1, onder d) en e), van Verordening (EU) 2017/625 vastgelegd dat goederen die zijn onderworpen aan maatregelen waarvoor respectievelijk een tijdelijke verhoging van de officiële controles of noodmaatregelen vereist zijn, bij binnenkomst in de Unie aan officiële controles aan grenscontroleposten moeten worden onderworpen.
- (3)
In dat verband moeten, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625, bepaalde goederen uit bepaalde derde landen worden onderworpen aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles aan grenscontroleposten in die gevallen waarin de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen heeft besloten dat deze controles noodzakelijk zijn wegens een bekend of nieuw risico of omdat er aanwijzingen zijn dat de agro-voedselketenwetgeving van de Unie op grote schaal en op ernstige wijze niet wordt nageleefd. Daartoe moet de Commissie de lijst van dergelijke goederen vaststellen, met vermelding van hun code in de gecombineerde nomenclatuur (GN), zoals vastgelegd in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Commissie (4) (hierna ‘de lijst’ genoemd), en de lijst zo nodig bijwerken om eventuele ontwikkelingen in dit verband weer te geven.
- (4)
De in overweging 3 bedoelde lijst moet in dit stadium bestaan uit een bijgewerkte lijst van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (5), die voorschriften bevat betreffende de meer uitgebreide officiële controles die op aangewezen punten van binnenkomst in de Unie moeten worden uitgevoerd op de invoer van bepaalde levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen. Daarom moet in bijlage I bij deze verordening de lijst worden opgenomen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen die moeten worden onderworpen aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles bij binnenkomst in de Unie, overeenkomstig artikel 47, lid 2, onder b), van Verordening (EU) 2017/625.
- (5)
Bovendien moet de Commissie overeenkomstig artikel 54, lid 4, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 regels vaststellen betreffende de frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles voor levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen die aan een tijdelijke verhoging van de controles onderworpen zijn, waarbij met name rekening wordt gehouden met het risiconiveau van het desbetreffende gevaar en met de frequentie van de aan de grens geweigerde zendingen.
- (6)
Verordening (EU) 2017/625 en de krachtens de artikelen 47 tot en met 64 van die verordening vastgestelde gedelegeerde en uitvoeringshandelingen voorzien in een centraal systeem van officiële controles dat van toepassing is op de gebieden die vallen onder de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 884/2014(6), (EU) 2015/175(7), (EU) 2017/186(8), (EU) 2018/1660(9) van de Commissie en Verordening (EG) nr. 669/2009. Om deze reden en omdat een wezenlijk verband bestaat tussen de regels in deze verordeningen, aangezien zij alle betrekking hebben op het opleggen van aanvullende maatregelen met betrekking tot de binnenkomst in de Unie van bepaalde levensmiddelen en diervoeders uit bepaalde derde landen wegens een vastgesteld risico die afhankelijk van de ernst van het risico van toepassing zijn, moet de correcte en volledige toepassing van de desbetreffende regels worden vergemakkelijkt door de bepalingen betreffende de tijdelijke verhoging van de officiële controles op bepaalde levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong en de momenteel in die verordeningen vastgestelde noodmaatregelen in één handeling vast te leggen.
- (7)
De levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die zijn onderworpen aan de noodmaatregelen die zijn vastgesteld in de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660, vormen nog steeds een ernstig risico voor de volksgezondheid dat niet op afdoende wijze kan worden beheerst met de door de lidstaten getroffen maatregelen. Daarom moet in bijlage II bij deze verordening een lijst worden opgenomen van levensmiddelen en diervoeders van niet-dierlijke oorsprong die zijn onderworpen aan de noodmaatregelen die zijn vastgesteld in de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660. Bovendien moet het toepassingsgebied van de vermeldingen in de bovengenoemde lijsten worden uitgebreid tot andere vormen van de producten dan die welke momenteel in de lijsten zijn opgenomen, wanneer die andere vormen hetzelfde risico inhouden. Daarom moeten alle vermeldingen betreffende grondnoten worden uitgebreid tot perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van grondnotenolie, ook indien fijngemaakt of in de vorm van pellets, en moet de vermelding betreffende pepers uit India worden uitgebreid tot gebrande pepers (niet-scherpsmakende of andere dan niet-scherpsmakende).
- (8)
Teneinde de risico's voor de volksgezondheid naar behoren te beheersen, moeten samengestelde levensmiddelen die meer dan 20 % aan levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong bevatten die wegens het risico van verontreiniging met aflatoxinen in bijlage II bij deze verordening zijn opgenomen, hetzij in de vorm van één product, hetzij als de som van de in de lijst opgenomen producten, en die zijn ingedeeld onder de in bijlage II vastgestelde GN-codes, in de in overweging 7 bedoelde lijst worden opgenomen.
- (9)
Bovendien moet de Commissie overeenkomstig artikel 54, lid 4, onder b), van Verordening (EU) 2017/625 regels vaststellen betreffende de frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles voor levensmiddelen en diervoeders die overeenkomstig deze verordening zijn onderworpen aan noodmaatregelen. Daarom moeten dergelijke regels in deze verordening worden vastgesteld, waarbij met name rekening wordt gehouden met het risiconiveau van het desbetreffende gevaar en met de frequentie van de aan de grens geweigerde zendingen.
- (10)
Maatregelen waarvoor tijdelijk meer officiële controles vereist zijn en noodmaatregelen die in deze verordening zijn vastgesteld, moeten van toepassing zijn op levensmiddelen en diervoeders die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht, aangezien die goederen een risico voor de volksgezondheid vormen.
- (11)
Wat betreft zendingen die als handelsmonsters, als laboratoriummonsters of als demonstratiemateriaal voor tentoonstellingen worden verzonden en die niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht, niet-commerciële zendingen die bestemd zijn voor particulier gebruik of consumptie binnen het douanegebied van de Unie en zendingen die bestemd zijn voor wetenschappelijke doeleinden, zou het gezien het lage risico dat dergelijke zendingen voor de volksgezondheid inhouden, niet proportioneel zijn als deze zendingen overeenkomstig deze verordening zouden worden onderworpen aan officiële controles aan grenscontroleposten en vergezeld zouden moeten gaan van een officieel certificaat of van de resultaten van de bemonsterings- en laboratoriumanalyses. Echter, om misbruik te voorkomen, moet deze verordening wel van toepassing zijn op deze zendingen indien het brutogewicht ervan een bepaald maximumgewicht overschrijdt.
- (12)
Maatregelen waarvoor tijdelijk meer officiële controles vereist zijn, en noodmaatregelen die in deze verordening zijn vastgesteld, hoeven niet te worden toegepast op levensmiddelen en diervoeders aan boord van internationaal opererende vervoermiddelen die niet worden gelost en bestemd zijn voor consumptie door de bemanning en passagiers, aangezien het in de Unie in de handel brengen zeer beperkt is.
- (13)
De maximumgehalten aan mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, in levensmiddelen en in diervoeders zijn respectievelijk bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (10) en bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad (11) vastgesteld. De maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (12). Het referentielaboratorium van de Europese Unie voor dioxinen en polychloorbifenylen (pcb's) in levensmiddelen en diervoeders heeft een onderzoek uitgevoerd naar de correlatie tussen pentachloorfenol (PCP) en dioxinen in verontreinigd guarpitmeel uit India. Uit deze studie kan worden geconcludeerd dat guarpitmeel met een PCP-gehalte onder het maximumresidugehalte (MRL) van 0,01 mg/kg geen onaanvaardbare dioxinegehalten bevat. Naleving van het MRL van PCP waarborgt in dit specifieke geval derhalve ook een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid wat dioxinen betreft.
- (14)
Met betrekking tot de in overweging 13 bedoelde regels zijn de bepalingen inzake bemonstering en analyses voor de controle op mycotoxinen, met inbegrip van aflatoxinen, in levensmiddelen en in diervoeders respectievelijk bij Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie (13) en bij Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (14) vastgesteld. De bepalingen met betrekking tot de bemonstering voor de officiële controles op bestrijdingsmiddelenresiduen zijn vastgesteld bij Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie (15). Om eenvormige methoden voor bemonstering en laboratoriumanalyses in derde landen en in de lidstaten te waarborgen, moeten de bemonstering en de analyses van levensmiddelen en diervoeders die krachtens deze verordening vereist zijn, in de lidstaten en in derde landen volgens de bovengenoemde regels van de Unie inzake bemonstering en analyses worden uitgevoerd.
- (15)
Om eenvormige bemonsteringsprocedures en analytische referentiemethoden in derde landen en lidstaten te waarborgen voor de bestrijding van Salmonella in levensmiddelen die onder deze verordening vallen, moeten dergelijke bemonsteringsprocedures en analytische referentiemethoden bij deze verordening worden vastgesteld.
- (16)
Er zijn officiële modelcertificaten voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde levensmiddelen en diervoeders vastgesteld in de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 884/2014, (EU) 2015/175, (EU) 2017/186 en (EU) 2018/1660. Om de uitvoering van officiële controles bij binnenkomst in de Unie te vergemakkelijken, moet één officieel model van officieel certificaat worden vastgesteld voor de binnenkomst in de Unie van levensmiddelen en diervoeders waarop overeenkomstig deze verordening bijzondere voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van toepassing zijn.
- (17)
Deze officiële certificaten moeten hetzij op papier hetzij in elektronische vorm worden afgegeven. Daarom moeten gemeenschappelijke voorschriften worden vastgesteld voor de afgifte van officiële certificaten in beide gevallen, naast de voorschriften van titel II, hoofdstuk VII, van Verordening (EU) 2017/625. In dit verband is in artikel 90, onder f), van Verordening (EU) 2017/625 bepaald dat de Commissie regels kan vaststellen voor de afgifte van elektronische certificaten en voor het gebruik van elektronische handtekeningen, onder meer met betrekking tot officiële certificaten die overeenkomstig deze verordening zijn afgegeven. Daarnaast moeten in deze verordening bepalingen worden opgenomen om ervoor te zorgen dat de in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie (16) opgenomen eisen voor officiële certificaten die niet via het Imsoc zijn ingediend, ook van toepassing zijn op officiële certificaten die overeenkomstig deze verordening zijn afgegeven.
- (18)
In het bij Beschikking 2003/623/EG van de Commissie (17) ingestelde elektronische systeem Traces zijn modelcertificaten opgenomen om de administratieve procedures aan de grenzen van de Unie eenvoudiger en sneller te laten verlopen en om elektronische communicatie tussen de bevoegde autoriteiten mogelijk te maken, wat mogelijke frauduleuze of misleidende praktijken in verband met officiële certificaten helpt voorkomen. Sinds 2003 heeft de computertechnologie aanzienlijke ontwikkelingen doorgemaakt en is het Traces-systeem aangepast om de kwaliteit, verwerking en veilige uitwisseling van gegevens te verbeteren. Overeenkomstig artikel 133, lid 4, van Verordening (EU) 2017/625 moet het Traces-systeem worden geïntegreerd in het informatiemanagementsysteem voor officiële controles als bedoeld in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625 (Imsoc). Het in deze verordening vastgelegde model van officieel certificaat moet daarom worden afgestemd op het Imsoc.
- (19)
De Commissie is krachtens artikel 90, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen regels vast te stellen voor de te volgen procedures om vervangende certificaten af te geven. Om verkeerd gebruik en misbruik te voorkomen, is het belangrijk om te specificeren in welke gevallen een vervangend officieel certificaat mag worden afgegeven en aan welke voorschriften dat certificaat moet voldoen. Dergelijke gevallen zijn vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 met betrekking tot officiële certificaten die overeenkomstig die verordening zijn afgegeven. Met het oog op een coherente aanpak moet worden bepaald dat, in het geval van de afgifte van vervangende certificaten, officiële certificaten die overeenkomstig deze verordening zijn afgegeven, moeten worden vervangen overeenkomstig de in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 vastgestelde procedures voor de vervangende certificaten.
- (20)
Er moeten bepalingen worden vastgesteld om regelmatig te beoordelen of wijzigingen van de lijsten in de bijlagen I en II bij deze verordening — onder meer wijzigingen van de frequentie van de overeenstemmings- en materiële controles — noodzakelijk zijn. Hierbij moet rekening worden gehouden met nieuwe informatie over risico's en niet-naleving, zoals de gegevens uit kennisgevingen via het systeem voor snelle waarschuwingen voor levensmiddelen en diervoeders (RASFF), gegevens en informatie over zendingen en over de door de lidstaten aan de Commissie meegedeelde resultaten van de documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles, informatie afkomstig van controles door de Commissie in derde landen en informatie die is uitgewisseld tussen de Commissie en de lidstaten en tussen de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.
- (21)
Tussen de door de Commissie overeenkomstig artikel 34, lid 6, onder a), artikel 47, lid 2, onder b), en artikel 54, lid 4, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 vast te stellen regels bestaat een wezenlijk verband, omdat zij allemaal betrekking hebben op eisen voor de officiële controles bij binnenkomst in de Unie op bepaalde goederen uit bepaalde derde landen die moeten worden onderworpen aan een tijdelijke verhoging van de officiële controles bij binnenkomst in de Unie, en ze moeten daarom vanaf dezelfde datum van toepassing zijn. Teneinde de correcte en volledige toepassing van deze regels te vergemakkelijken, is het nuttig deze in één rechtshandeling vast te stellen.
- (22)
Tussen de door de Commissie overeenkomstig artikel 54, lid 4, onder b), en artikel 90, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 en artikel 53, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 178/2002 vast te stellen regels bestaat een wezenlijk verband, omdat zij allemaal betrekking hebben op eisen voor de binnenkomst in de Unie van goederen die overeenkomstig artikel 53, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 178/2002 zijn onderworpen aan noodmaatregelen, en ze moeten daarom vanaf dezelfde datum van toepassing zijn. Teneinde de correcte en volledige toepassing van deze regels te vergemakkelijken, is het nuttig deze in één rechtshandeling vast te stellen.
- (23)
Met het oog op vereenvoudiging en rationalisering worden de regels van de Verordeningen (EG) nr. 669/2009, (EU) nr. 884/2014, (EU) 2017/186, (EU) 2015/175 en (EU) 2018/1660 in deze verordening geconsolideerd. Deze verordeningen moeten derhalve worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen.
- (24)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11).
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 884/2014 van de Commissie van 13 augustus 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen uit bepaalde derde landen in verband met het risico van verontreiniging met aflatoxinen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1152/2009 (PB L 242 van 14.8.2014, blz. 4).
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/175 van de Commissie van 5 februari 2015 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van guarpitmeel van oorsprong of verzonden uit India wegens de risico's van verontreiniging met pentachloorfenol en dioxinen (PB L 30 van 6.2.2015, blz. 10).
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/186 van de Commissie van 2 februari 2017 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen uit bepaalde derde landen wegens microbiologische besmetting en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 (PB L 29 van 3.2.2017, blz. 24).
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1660 van de Commissie van 7 november 2018 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong uit bepaalde derde landen wegens de risico's op verontreiniging met bestrijdingsmiddelenresiduen, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 885/2014 (PB L 278 van 8.11.2018, blz. 7).
Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).
Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10).
Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 401/2006 van de Commissie van 23 februari 2006 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen (PB L 70 van 9.3.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie van 27 januari 2009 tot vaststelling van de bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders (PB L 54 van 26.2.2009 blz. 1).
Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie van 11 juli 2002 houdende vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong en tot intrekking van Richtlijn 79/700/EEG (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 30).
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/628 van de Commissie van 8 april 2019 betreffende modellen van officiële certificaten voor bepaalde dieren en goederen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 wat deze modelcertificaten betreft (PB L 131 van 17.5.2019, blz. 101).
Beschikking 2003/623/EG van de Commissie van 19 augustus 2003 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem, genaamd Traces (PB L 216 van 28.8.2003, blz. 58).