Einde inhoudsopgave
Wet primair onderwijs BES
Artikel 18 Samenstelling medezeggenschapsraad
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2014
- Bronpublicatie:
03-02-2011, Stb. 2010, 350 jo Stb. 2011, 33 (uitgifte: 16-02-2011, kamerstukken: 32419)
17-05-2010, Stb. 2010, 350 jo Stb. 2011, 33 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken: 31959)
- Inwerkingtreding
01-08-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-2014, Stb. 2010, 350 jo Stb. 2014, 104 (uitgifte: 14-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
17-05-2010, Stb. 2010, 350 jo Stb. 2014, 104 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken: 31959)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Aan een school is een medezeggenschapsraad verbonden.
2.
De medezeggenschapsraad van een school bestaat uit ten minste 4 leden.
3.
De medezeggenschapsraad van een school bestaat uit
- a.
leden die uit en door het personeel worden gekozen, en
- b.
leden die uit en door de ouders worden gekozen.
4.
De aantallen leden, bedoeld in het derde lid, onderdeel a en onderdeel b, zijn aan elkaar gelijk.
5.
Indien het bevoegd gezag personeel heeft benoemd of te werk gesteld zonder benoeming dat werkzaamheden verricht ten behoeve van meer dan een school, kan een medezeggenschapsraad worden ingesteld die bestaat uit leden die uit en door dat personeel worden gekozen. De medezeggenschapsraad bestaat in dat geval uit ten minste 2 leden.
6.
Geen lid van de medezeggenschapsraad kunnen zijn degenen die deel uitmaken van het bevoegd gezag.
7.
Een personeelslid dat is opgedragen om namens het bevoegd gezag op te treden in besprekingen met de medezeggenschapsraad kan niet tevens lid zijn van de medezeggenschapsraad.
8.
Kandidaten voor de verkiezing van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door het personeel wordt gekozen, kunnen worden gesteld door personeelsleden en door organisaties van personeel. Kandidaten voor de verkiezing van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door de ouders wordt gekozen, kunnen worden gesteld door ouders en door organisaties van ouders.
9.
De verkiezing van de leden van de medezeggenschapsraad geschiedt bij geheime schriftelijke stemming.
10.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de periode waarin de verkiezing van de leden van de medezeggenschapsraad plaatsvindt.
11.
Het bevoegd gezag draagt er zorg voor, dat de leden van de medezeggenschapsraad niet uit hoofde van hun lidmaatschap van de raad worden benadeeld in hun positie met betrekking tot de school. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van kandidaatleden en voormalige leden.
12.
De beëindiging anders dan op eigen verzoek van de betrekking van een lid van het personeel mag geen verband houden met de kandidaatstelling voor het lidmaatschap, het lidmaatschap of het voormalig lidmaatschap van de betrokkene van de medezeggenschapsraad. Een beëindiging van de betrekking in strijd met dit lid is nietig.
13.
De medezeggenschapsraad kiest uit hun midden een voorzitter en een of meer plaatsvervangende voorzitters. De voorzitter, of bij diens verhindering een plaatsvervangende voorzitter, vertegenwoordigt de raad in rechte.