Richtlijn 2000/31/EG juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij (‘richtlijn inzake elektronische handel’)
Artikel 1 Doel en toepassingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2000
- Bronpublicatie:
08-06-2000, PbEG 2000, L 178 (uitgifte: 17-07-2000, regelingnummer: 2000/31/EG)
- Inwerkingtreding
17-07-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-06-2000, PbEG 2000, L 178 (uitgifte: 17-07-2000, regelingnummer: 2000/31/EG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
1.
Deze richtlijn heeft tot doel bij te dragen aan de goede werking van de interne markt door het vrije verkeer van de diensten van de informatiemaatschappij tussen lidstaten te waarborgen.
2.
Voorzover voor de verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstelling nodig, worden met deze richtlijn bepaalde nationale bepalingen nader tot elkaar gebracht die van toepassing zijn op de diensten van de informatiemaatschappij en betrekking hebben op de interne markt, de vestiging van de dienstverleners, de commerciële communicatie, langs elektronische weg gesloten contracten, de aansprakelijkheid van tussenpersonen, gedragscodes, de buitengerechtelijke geschillenregeling, rechtsgedingen en de samenwerking tussen lidstaten.
3.
Deze richtlijn vormt een aanvulling op het communautaire recht dat van toepassing is op de diensten van de informatiemaatschappij en doet niet af aan het in de communautaire besluiten en nationale wetgeving ter uitvoering daarvan vastgelegde niveau van bescherming, inzonderheid van de volksgezondheid en de consumentenbelangen, voorzover de vrijheid om diensten van de informatiemaatschappij te verlenen daardoor niet beperkt wordt.
4.
Deze richtlijn bevat geen aanvullende regels op het gebied van het internationale privaatrecht en laat de bevoegdheid van de rechterlijke instanties onverlet.
5.
Deze richtlijn is niet van toepassing op:
- a)
belastingen;
- b)
kwesties in verband met diensten van de informatiemaatschappij die onder Richtlijn 95/46/EG en Richtlijn 97/66/EG vallen;
- c)
kwesties in verband met overeenkomsten of praktijken die onder de mededingingswetgeving vallen;
- d)
de volgende activiteiten van diensten van de informatiemaatschappij:
- —
de activiteiten van notarissen of vergelijkbare beroepen, voorzover die een direct specifiek verband met de uitoefening van de publieke taken inhouden,
- —
de vertegenwoordiging van een cliënt en de verdediging van zijn belangen voor het gerecht,
- —
gokactiviteiten waarbij een geldbedrag wordt ingezet, zoals loterijen en weddenschappen.
6.
Deze richtlijn doet geen afbreuk aan maatregelen die op communautair of nationaal niveau met inachtneming van het Gemeenschapsrecht genomen zijn ter bevordering van de cultuur- en taalverscheidenheid en ter bescherming van het pluralisme.