Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 87 Buitengewoon verlof van lange duur
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Wet van 08-11-2007, Stb. 480.
- Bronpublicatie:
11-12-2007, Stb. 2007, 576 (uitgifte: 28-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2007, Stb. 2007, 584 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het hoofd defensieonderdeel kan, indien daartoe naar zijn oordeel aanleiding bestaat, aan de militair op diens aanvraag buitengewoon verlof van lange duur verlenen, al of niet met behoud van militaire inkomsten en volgens nader bij ministeriële regeling te stellen regels.
2.
Indien het verlof, bedoeld in het vorige lid, uitsluitend het persoonlijk belang van de militair dient, kan hem dat verlof slechts worden verleend zonder behoud van militaire inkomsten.
3.
Indien het verlof, bedoeld in het eerste lid, ten doel heeft de militair in de gelegenheid te stellen een functie buiten de krijgsmacht te vervullen en met de verlening van het verlof naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel niet alleen het persoonlijke belang van de militair, maar mede het algemeen belang wordt gediend, kan het verlof — onverminderd het bepaalde in het vierde lid — in beginsel worden verleend voor ten hoogste een jaar en zonder behoud van militaire inkomsten.
4.
Indien het verlof, bedoeld in het eerste lid, ten doel heeft de militair in de gelegenheid te stellen anders dan in vaste dienst, hetzij een functie te vervullen in dienst van een volkenrechtelijke organisatie, hetzij tijdelijk werkzaam te zijn ten behoeve van de Nederlandse Antillen dan wel als deskundige ten behoeve van een vreemde mogendheid, en naar het oordeel van het hoofd defensieonderdeel met de verlening van het verlof in overwegende mate het algemeen belang wordt gediend, kan het verlof in beginsel worden verleend voor ten hoogste drie jaren en zonder behoud van militaire inkomsten.
5.
Het verlof, bedoeld in de vorige leden, gaat niet eerder in dan na aanvaarding van dat verlof met de daaraan verbonden voorwaarden door de militair.