Einde inhoudsopgave
Mediabesluit 2008
Artikel 3b [Evaluatiecriteria]
Geldend
Geldend vanaf 04-11-2010. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-09-2010
- Bronpublicatie:
14-10-2010, Stb. 2010, 742 (uitgifte: 03-11-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-11-2010, terugwerkend tot: 01-09-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-10-2010, Stb. 2010, 742 (uitgifte: 03-11-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Bij de evaluatie van elke afzonderlijke landelijke publieke media-instelling betrekt de evaluatiecommissie de wijze waarop deze instelling heeft bijgedragen aan de uitvoering van de publieke mediaopdracht door het aanbieden van media-aanbod dat:
- a.
evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand is en zich tevens kenmerkt door een grote verscheidenheid naar vorm en inhoud;
- b.
op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving geeft en de pluriformiteit van onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen en interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied weerspiegelt;
- c.
gericht is op en een relevant bereik heeft onder zowel een breed en algemeen publiek als bevolkings- en leeftijdgroepen van verschillende omvang en samenstelling met in het bijzonder aandacht voor kleine doelgroepen;
- d.
onafhankelijk is van commerciële invloeden en, behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloeden;
- e.
voldoet aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen; en
- f.
voor iedereen toegankelijk is.
Bij de evaluatie van elke afzonderlijke landelijke publieke media-instelling betrekt de evaluatiecommissie voorts de wijze waarop deze instelling heeft bijgedragen aan het volgen en stimuleren van technologische ontwikkelingen en het benutten van de mogelijkheden om media-aanbod aan het publiek aan te bieden via nieuwe media- en verspreidingstechnieken.
Bij de evaluatie, bedoeld in het eerste en tweede lid, betrekt de evaluatiecommissie de wijze waarop deze instelling heeft bijgedragen aan realisering van doelstellingen voor het media-aanbod en het publieksbereik van het concessiebeleidsplan, bedoeld in artikel 2.20 van de wet, en van de prestatieovereenkomst, bedoeld in artikel 2.22 van de wet.