Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Macedonische Regering tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 24 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 21-04-1999
- Bronpublicatie:
11-09-1998, Trb. 1998, 238 (uitgifte: 19-10-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-04-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-04-1999, Trb. 1999, 77 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
De Nederlandse Verdragsluitende Staat is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen of het vermogen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag in de Macedonische Verdragsluitende Staat mogen worden belast.
2.
Indien echter een Nederlandse inwoner bestanddelen van het inkomen verkrijgt of vermogensbestanddelen bezit die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, zevende lid, artikel 11, vierde lid, artikel 12, vierde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 15, eerste lid, artikel 19, eerste lid (onderdeel a), tweede lid (onderdeel a) en vierde lid, artikel 22, tweede lid, en artikel 23, eerste en tweede lid, van dit Verdrag in de Macedonische Verdragsluitende Staat mogen worden belast en die in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt de Nederlandse Verdragsluitende Staat deze inkomens- en vermogensbestanddelen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden genoemde inkomens- en vermogensbestanddelen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen of het vermogen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
3.
De Nederlandse Verdragsluitende Staat verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 13, vijfde lid, artikel 16, artikel 17 en artikel 18, tweede lid, van dit Verdrag in de Macedonische Verdragsluitende Staat mogen worden belast, in zoverre deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in de Macedonische Verdragsluitende Staat over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen begrepen bestanddelen van het inkomen de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest die uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, verleent de Nederlandse Verdragsluitende Staat een aftrek op de Nederlandse belasting voor de in de Macedonische Verdragsluitende Staat betaalde belasting op bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 7, artikel 10, zevende lid, artikel 11, vierde lid, artikel 12, vierde lid, artikel 14 en artikel 22, tweede lid, van dit Verdrag in de Macedonische Verdragsluitende Staat mogen worden belast, voor zover deze bestanddelen in de in het eerste lid bedoelde grondslag zijn begrepen, indien en voor zover de Nederlandse Verdragsluitende Staat uit hoofde van de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting een aftrek verleent op de Nederlandse belasting voor de in een ander land over die bestanddelen van het inkomen geheven belasting. Voor de berekening van deze aftrek vinden de bepalingen van het derde lid van dit artikel overeenkomstige toepassing.
5.
Indien een Macedonische inwoner inkomen verkrijgt of vermogen bezit, dat volgens de bepalingen van dit Verdrag in de Nederlandse Verdragsluitende Staat mag worden belast, verleent de Macedonische Verdragsluitende Staat:
- a.
een aftrek van de belasting op het inkomen van die inwoner, gelijk aan het bedrag van de in de Nederlandse Verdragsluitende Staat betaalde belasting op het inkomen,
- b.
een aftrek van de belasting op het vermogen van die inwoner, gelijk aan het bedrag van de in de Nederlandse Verdragsluitende Staat betaalde belasting op het vermogen, deze aftrekken bedragen echter niet meer dan het gedeelte van de inkomstenbelasting of de vermogensbelasting, zoals berekend voordat de vermindering is verleend, dat toerekenbaar is aan het inkomen of het vermogen dat in de Nederlandse Verdragsluitende Staat mag worden belast,
- c.
Indien door een Macedonische inwoner verkregen inkomen of door hem bezeten vermogen volgens een bepaling van het Verdrag in de Macedonische Verdragsluitende Staat van belasting is vrijgesteld, dan mag de Macedonische Verdragsluitende Staat niettemin bij de berekening van het bedrag van de belasting over het resterende inkomen of vermogen van die inwoner, het vrijgestelde inkomen of vermogen in aanmerking nemen.