Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering BES
Artikel 90
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 529 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
De in verzekering gestelde personen worden aan geen andere beperkingen onderworpen dan die welke voor het doel van hun opsluiting of in het belang van de orde volstrekt noodzakelijk zijn.
2.
Tijdens de inverzekeringstelling kunnen door de officier van justitie en, in geval van het gerechtelijk vooronderzoek, de rechter-commissaris in het bijzonder als maatregel in het belang van het onderzoek jegens de verdachte worden bevolen:
- a.
het maken van afbeeldingen, al dan niet in bepaalde standen;
- b.
het tijdelijk doen aantrekken van bepaalde kleding, daaronder begrepen het opzetten van een bril of het dragen van een pruik;
- c.
het vastleggen van uiterlijke lichamelijke kenmerken;
- d.
een onderzoek van schrijf- en stemkenmerken;
- e.
sorteer- en geurproeven;
- f.
een tegenoverstelling met derden;
- g.
de beperking of ontzegging van de uitreiking van kranten en lectuur;
- h.
algemeen of individueel bepaalde bezoek-, contact- en correspondentieverboden;
- i.
een verbod op het voeren van telefoongesprekken;
- j.
afzondering;
- k.
het overbrengen naar bepaalde plaatsen;
- l.
het afscheren, knippen of laten groeien van baard- en hoofdhaar;
- m.
de in artikel 78 bedoelde onderzoeken en de aldaar bedoelde verwijdering van voorwerpen en stoffen;
- n.
een onderzoek van het op grond van artikel 78 verkregen materiaal.
3.
De in het tweede lid, onderdelen a tot en met c, alsmede f tot en met j, bedoelde maatregelen kunnen tevens worden bevolen door de hulpofficier van justitie die de inverzekeringstelling heeft gelast, indien het optreden van de officier van justitie niet kan worden afgewacht.
4.
De toepassing van de in het tweede lid bedoelde maatregelen wordt schriftelijk vastgelegd.
5.
Voor maatregelen als bedoeld in het tweede lid, onderdelen l, m, voor zover het de verwijdering van voorwerpen en stoffen uit het lichaam betreft, en n, voor zover het lichaamsmateriaal betreft, dient door de rechter-commissaris een machtiging te worden verleend. Artikel 78, vierde lid, laatste volzin, is van overeenkomstige toepassing.
6.
De uitvoering van de in het tweede lid bedoelde maatregelen geschiedt onder verantwoordelijkheid van de officier van justitie.
7.
Tegen de oplegging van in het tweede lid bedoelde maatregelen kan de verdachte binnen zeven dagen een bezwaarschrift indienen bij het Hof.
8.
Een maatregel wordt, in afwachting van de rechterlijke beslissing op het bezwaarschrift, niet ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter-commissaris of de officier van justitie de onverwijlde tenuitvoerlegging in het belang van het onderzoek volstrekt noodzakelijk acht.
9.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel.