Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
Artikel 51 Bijzondere bepalingen inzake samentelling van tijdvakken van verzekering of van wonen met het oog op het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op uitkering
Geldend
Geldend vanaf 31-10-2009
- Redactionele toelichting
Op grond van de in art. 89 bedoelde toepassingsverordening wordt deze wijziging toegepast vanaf 01-05-2010.
- Bronpublicatie:
16-09-2009, PbEU 2009, L 284 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: 988/2009)
- Inwerkingtreding
31-10-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2009, PbEU 2009, L 284 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: 988/2009)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Indien de wetgeving van een lidstaat de toekenning van bepaalde uitkeringen afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de tijdvakken van verzekering uitsluitend zijn vervuld in specifieke al dan niet in loondienst of in een beroep verrichte werkzaamheden waarvoor een bijzonder stelsel geldt dat op personen wordt toegepast die al dan niet in loondienst die specifieke werkzaamheden verrichten, houdt het bevoegde orgaan van die lidstaat alleen rekening met de tijdvakken welke vervuld zijn onder de wetgeving van een andere lidstaat in het kader van een overeenkomstig stelsel of bij gebreke daarvan, in hetzelfde beroep of, in voorkomend geval, van dezelfde al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden.
Indien de betrokkene, met inachtneming van de aldus vervulde tijdvakken, niet voldoet aan de voorwaarden om de betrokken uitkeringen te ontvangen krachtens een bijzonder stelsel, worden deze in aanmerking genomen bij de toekenning van de uitkeringen volgens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan, het stelsel dat, naar gelang van het geval, van toepassing is op arbeiders, respectievelijk bedienden, op voorwaarde dat de betrokkene aan een van die stelsels onderworpen is geweest.
2.
Tijdvakken van verzekering die zijn vervuld krachtens een bijzonder stelsel van een lidstaat, worden in aanmerking genomen bij de toekenning van uitkeringen krachtens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan, het stelsel dat, naar gelang van het geval, van toepassing is op arbeiders respectievelijk bedienden van een andere lidstaat, op voorwaarde dat de betrokkene bij een van deze stelsels aangesloten is geweest, zelfs indien de betrokken tijdvakken in laatstgenoemde lidstaat reeds krachtens een bijzonder stelsel in aanmerking zijn genomen.
3.
Indien de wetgeving of een bijzondere regeling van een lidstaat het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op uitkeringen afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de betrokkene verzekerd is op het tijdstip van het intreden van de verzekerde gebeurtenis, wordt deze voorwaarde geacht te zijn vervuld indien de betrokkene voorheen op grond van de wetgeving of de bijzondere regeling van deze lidstaat verzekerd is geweest en, op het tijdstip van het intreden van de verzekerde gebeurtenis, voor hetzelfde risico onder de wetgeving van een andere lidstaat verzekerd is of, bij gebreke daarvan, indien voor hetzelfde risico onder de wetgeving van eenandere lidstaat een uitkering is verschuldigd. Laatstgenoemde voorwaarde wordt echter geacht te zijn vervuld in de in artikel 57 bedoelde gevallen.