Wetboek van Strafrecht
Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht:artikel 305
Wetboek van Strafrecht
Artikel 305 [Ontzetten van rechten/beroep wegens mishandeling]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
1.
Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 301 en 303 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten worden uitgesproken.
2.
Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 301–303 omschreven misdrijven kan de schuldige, indien hij het misdrijf in zijn beroep heeft begaan, worden ontzet van de uitoefening van dat beroep.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.