Einde inhoudsopgave
Besluit SUWI
Artikel 2.1 Voorwaarden voor verrichten van andere werkzaamheden door UWV en SVB
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
20-12-2016, Stb. 2016, 536 (uitgifte: 27-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2016, Stb. 2016, 536 (uitgifte: 27-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister kan een besluit van het UWV of de SVB om andere werkzaamheden dan de in de Wet SUWI bedoelde taken uit te voeren uitsluitend goedkeuren, indien:
- a.
de goede uitvoering van de in die wet bedoelde taken daardoor niet in gevaar komt;
- b.
de andere werkzaamheden in opdracht en voor rekening en risico van de opdrachtgever worden uitgevoerd;
- c.
de Wet op het financieel toezicht in acht wordt genomen voor zover deze van toepassing is;
- d.
de uitvoering van die andere werkzaamheden gescheiden van de uitvoering van de wettelijke taken plaatsvindt, voor zover de andere werkzaamheid niet noodzaakt tot een gezamenlijke uitvoering.
2.
Het UWV, onderscheidenlijk de SVB, meldt de werkzaamheden, bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Wet SUWI, binnen een termijn van vier weken na aanvang van die werkzaamheden.
3.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de berekening van de prijzen die voor het verrichten van andere werkzaamheden in rekening worden gebracht.