Einde inhoudsopgave
Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend van 01-10-2021 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
02-07-2021, Stcrt. 2021, 35905 (uitgifte: 20-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2021, Stcrt. 2021, 35905 (uitgifte: 20-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Huurrecht / Huur van woonruimte
Energierecht / Algemeen
In deze regeling wordt verstaan onder:
binneninstallatie: binneninstallatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet;
doorleverancier: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een overeenkomst heeft gesloten met een warmteleverancier ten behoeve van verbruik van warmte of koude door een eindgebruiker;
gebouw: voor bewoning of mede voor bewoning bestemde gebouwde onroerende zaak, een gedeelte daarvan, of gebouwde onroerende zaken of een gedeelte daarvan;
huurwoning: woongelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet die is bedoeld voor verhuur;
inpandig leidingstelsel: inpandig leidingstelsel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet;
Kaderbesluit:kaderbesluit BZK-subsidies;
koopwoning: woning van een eigenaar-bewoner;
minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
vereniging van eigenaars: vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onder e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;
verhuurder: Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meer huurwoningen in eigendom heeft;
warmteleverancier: leverancier als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet;
warmtenet: Warmtenet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet.
woning: een huurwoning of koopwoning.