Einde inhoudsopgave
Wet sociale kanstrajecten jongeren BES
Artikel 11 Kanstrajecttoelage
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2015
- Bronpublicatie:
04-06-2015, Stb. 2015, 213 (uitgifte: 17-06-2015, kamerstukken: 34144)
- Inwerkingtreding
01-08-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2015, Stb. 2015, 276 (uitgifte: 08-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Bijzondere onderwerpen
1.
Een deelnemer komt in aanmerking voor een kanstrajecttoelage die bestaat uit:
- a.
een maandelijkse tegemoetkoming, en
- b.
een bijdrage in de kosten van kinderopvang indien hij de ouder is van een kind waarvan hij de verzorger is.
2.
Om in aanmerking te komen voor een kanstrajecttoelage dient de deelnemer een aanvraag in bij het projectbureau.
3.
Het projectbureau neemt binnen vier weken een besluit en stelt de deelnemer daarvan schriftelijk op de hoogte.
4.
Onverminderd de afspraken in de overeenkomst vervalt de aanspraak op de kanstrajecttoelage van de deelnemer die zonder geldige reden niet aan het sociaal kanstraject heeft deelgenomen gedurende een aaneengesloten periode van ten minste twee weken in ieder geval met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het niet deelnemen zonder geldige reden aanving.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
- a.
de hoogte van de kanstrajecttoelage, onderscheiden in maandelijkse tegemoetkoming en de bijdrage voor de kinderopvang en
- b.
de procedure van aanvraag, intrekking, wijziging en terugvordering van de kanstrajecttoelage.
6.
In afwijking van het eerste lid komt een gedetineerde deelnemer niet in aanmerking voor een kanstrajecttoelage.