Einde inhoudsopgave
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
Artikel 24 [Decentrale overheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing op verzoeken die zijn gedaan op of na 01-01-2013.
- Bronpublicatie:
27-09-2012, Stb. 2012, 453 (uitgifte: 11-10-2012, kamerstukken: 33246)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2012, Stb. 2012, 453 (uitgifte: 11-10-2012, kamerstukken: 33246)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
In de gevallen waarin dat naar verwachting van belang is voor de heffing van belastingen die vallen onder de reikwijdte van de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 1, kan Onze Minister zich, behalve uit eigen beweging, ook op verzoek van een college van gedeputeerde staten, een college van burgemeester en wethouders of een dagelijks bestuur van een waterschap tot de bevoegde autoriteit van een andere staat wenden met een verzoek om bijstand bij de heffing van belastingen of met een verzoek tot een administratief onderzoek.
2.
Een college van gedeputeerde staten, een college van burgemeester en wethouders en een dagelijks bestuur van een waterschap verstrekken alle inlichtingen die voor het doen van een verzoek om bijstand nuttig kunnen zijn.
3.
Wanneer een verzoek om bijstand bij de heffing van belastingen is gedaan op verzoek van een college van gedeputeerde staten, een college van burgemeester en wethouders of een dagelijks bestuur van een waterschap, wordt dit college of dit bestuur onverwijld op de hoogte gesteld van de vragen en mededelingen van de aangezochte autoriteit van de staat waaraan het verzoek was gericht met betrekking tot de uitvoering van het verzoek om bijstand.