Einde inhoudsopgave
Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van het bevoegd college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
2.
Het bevoegd college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat elke tunnel ten minste eenmaal in de zes jaar wordt onderzocht ten einde vast te stellen of voldaan wordt aan de van toepassing zijnde bepalingen. Het college zendt de resultaten van dit onderzoek onverwijld naar de tunnelbeheerder, de veiligheidsbeambte, Onze Minister en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en geeft daarbij aan welke maatregelen naar zijn oordeel genomen moeten worden om de gebleken tekortkomingen weg te nemen.
3.
In geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze wet of het bepaalde ten aanzien van de veiligheid van tunnels bij of krachtens de Omgevingswet:
- a.
doet het bevoegd college van burgemeester en wethouders daarvan onverwijld mededeling aan de tunnelbeheerder, de veiligheidsbeambte, Onze Minister en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
- b.
kan het bevoegd college van burgemeester en wethouders de vergunning, bedoeld in artikel 8, eerste lid, intrekken.