Einde inhoudsopgave
Besluit prudentiële regels Wft
Artikel 24b [Inhoud van controle bij bankbeleggingsonderneming]
Geldend
Geldend vanaf 26-11-2021
- Bronpublicatie:
19-11-2021, Stb. 2021, 571 (uitgifte: 25-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-11-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-11-2021, Stb. 2021, 571 (uitgifte: 25-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Het risicobeheer, bedoeld in artikel 23, zesde lid, van een bank die in Nederland beleggingsdiensten mag verlenen of beleggingsactiviteiten mag verrichten, een bank als bedoeld in artikel 3:23, tweede lid, van de wet, een beheerder van een icbe, een beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten en een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 3:22 van de wet, waarop, zou zij haar zetel hebben in een lidstaat de verordening kapitaalvereisten van toepassing zou zijn oefent controle uit op:
- a.
de deugdelijkheid en effectiviteit van de door de bank, beheerder van een icbe of beleggingsonderneming vastgestelde procedures en maatregelen, bedoeld in artikel 23, derde lid;
- b.
de mate waarin de bank, beheerder van een icbe of beleggingsonderneming en haar medewerkers de procedures en maatregelen, bedoeld in artikel 23, derde lid, naleven; en
- c.
de deugdelijkheid en effectiviteit van de maatregelen die zijn genomen om gesignaleerde tekortkomingen of gebreken op te heffen.
2.
Het risicobeheer rapporteert ten minste jaarlijks aan personen die het dagelijks beleid van de bank, beheerder of beleggingsonderneming bepalen en aan het orgaan, indien aanwezig, dat is belast met toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de bank, beheerder of beleggingsonderneming. In de jaarlijkse rapportage wordt met name aangegeven of maatregelen zijn genomen in het geval van gesignaleerde onvolkomenheden.
3.
Het risicobeheer van een beheerder van een icbe brengt regelmatig verslag uit aan de personen die het dagelijks beleid van de beheerder bepalen en aan het orgaan, indien aanwezig, dat is belast met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken van de beheerder over:
- a.
de consistentie tussen de actuele omvang van het risico dat elke door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten loopt, en het risicoprofiel dat voor deze instelling voor collectieve belegging in effecten is overeengekomen;
- b.
de nakoming van het relevante risicolimietensysteem door elke door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten; en
- c.
de deugdelijkheid en effectiviteit van de risicobeheerprocedure, waarbij met name wordt aangegeven of passende maatregelen zijn genomen in het geval van gesignaleerde onvolkomenheden.
4.
Het risicobeheer van een beheerder van een icbe brengt aan de personen die het dagelijks beleid bepalen van de beheerder:
- a.
advies uit betreffende de identificatie van het risicoprofiel van elke door de beheerder beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten; en
- b.
regelmatig verslag uit over de actuele omvang van het risico dat elke door de beheerder beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten loopt en feitelijke of voorzienbare inbreuken op de limieten van de desbetreffende instelling voor collectieve belegging in effecten opdat onmiddellijk passende maatregelen kunnen worden ondernomen.
5.
Het risicobeheer van een beheerder van een icbe onderzoekt en ondersteunt in voorkomend geval de procedures en maatregelen, bedoeld in de artikelen 34, eerste lid, onderdeel g, en derde lid, en 34a van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft.