Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 334d [Vermogensvereisten voor splitsing]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1998
- Bronpublicatie:
24-12-1997, Stb. 1997, 776 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 24702)
- Inwerkingtreding
01-02-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1997, Stb. 1997, 776 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 24702)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Behalve voor zover de verkrijgende rechtspersonen naamloze of besloten vennootschappen zijn, moet de waarde van het deel van het vermogen van de splitsende rechtspersoon dat elke verkrijgende rechtspersoon verkrijgt ten tijde van de splitsing ten minste nul zijn. Behalve voor zover de splitsende vennootschap een naamloze of besloten vennootschap is, geldt hetzelfde voor de waarde van het deel van het vermogen dat een voortbestaande splitsende rechtspersoon behoudt, vermeerderd met de waarde van aandelen in het kapitaal van verkrijgende rechtspersonen die hij bij de splitsing verkrijgt.