Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne, enz. (vergunningen en algemene regels voor inrichtingen; procedures voor vergunningen en ontheffingen; handhaving)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1993
- Bronpublicatie:
02-07-1992, Stb. 1992, 414 (uitgifte: 18-08-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21087 Overheid.nl: 21087)
- Inwerkingtreding
01-03-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-01-1993, Stb. 1993, 59 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - algemene regels
Wet van 2 juli 1992 tot uitbreiding en wijziging van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en daarmee samenhangende wijzigingen van andere wetten (vergunningen en algemene regels voor inrichtingen; procedures voor vergunningen en ontheffingen; handhaving)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne verder uit te bouwen tot een Wet milieubeheer en daarvan in de naam van de wet en in de systematiek ervan blijk te geven;
dat het voorts wenselijk is de stelsels voor vergunningen en algemene regels met betrekking tot inrichtingen te verbeteren en zoveel mogelijk te integreren in die wet, de procedures voor de totstandkoming van beschikkingen inzake vergunningen en ontheffingen te verbeteren en de bepalingen inzake de handhaving van het milieurecht te verbeteren en ook in die wet te integreren;
dat het wenselijk is daarbij tevens verdere uitvoering te geven aan de met die onderwerpen verband houdende Richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1982, 82/501/EEG (PbEG L 230) en van 28 juni 1984, 84/360/EEG (PbEG L 188);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: