Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet
Artikel 54
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 682 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 32450)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2012, Stb. 2012, 684 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Van de beschikkingen van de Raad of de Sociale verzekeringsbank wordt mededeling gedaan aan Onze Minister door toezending van een afschrift.
2.
Onze Minister kan, indien hij daartoe aanleiding aanwezig acht, van de Raad of de Sociale verzekeringsbank inzage vorderen van de bescheiden, die tot enige beschikking van de Raad of de Sociale verzekeringsbank hebben geleid.
3.
Indien Onze Minister daartoe aanleiding aanwezig acht, verstrekt de Raad of de Sociale verzekeringsbank hem op zijn verzoek schriftelijk inlichtingen omtrent de achtergronden die tot enige beschikking hebben geleid.
4.
Onze Minister voert, indien hij daartoe aanleiding aanwezig acht, ter zake overleg met de Raad of de Sociale verzekeringsbank.
5.
Indien het in het vierde lid bedoelde overleg niet tot overeenstemming leidt, beslist de Raad of de Sociale verzekeringsbank dat de oorspronkelijke beschikking blijft gehandhaafd dan wel wordt herzien. Hiervan doet de Raad of de Sociale verzekeringsbank terstond, met redenen omkleed, schriftelijk mededeling aan Onze Minister.
6.
Het bepaalde in het vierde en vijfde lid vindt geen toepassing indien en voor zolang geen beschikking is genomen ter zake van een bezwaarschrift dan wel een beroepschrift tenzij Onze Minister de Raad of de Sociale verzekeringsbank om inlichtingen, bedoeld in het derde lid, heeft verzocht ter zake van een uitspraak of onderdeel daarvan waartegen het bezwaarschrift of het beroep zich niet richt.