Einde inhoudsopgave
Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad
Artikel II
Geldend
Geldend vanaf 04-11-1952
- Bronpublicatie:
15-12-1950, Trb. 1953, 51 (uitgifte: 11-06-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-11-1952
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1950, Trb. 1953, 51 (uitgifte: 11-06-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
- (a)
Leden van de Raad zijn:
- (i)
de Verdragsluitende Partijen
- (ii)
de Regering van elk afzonderlijk douanegebied, welke zelfstandig is met betrekking tot haar buitenlandse handelsbetrekkingen en welke wordt voorgedragen door de Verdragsluitende Partij, die verantwoordelijk is voor haar diplomatieke betrekkingen en welker toelating als afzonderlijk Lid door de Raad wordt goedgekeurd.
- (b)
Elke Regering van een afzonderlijk douanegebied welke Lid is van de Raad ingevolge lid a (ii) hiervoor, houdt op Lid van de Raad te zijn, nadat haar terugtrekking door de Verdragsluitende Partij, die verantwoordelijk is voor haar diplomatieke betrekkingen, ter kennis van de Raad is gebracht.
- (c)
Elk Lid van de Raad benoemt een vertegenwoordiger en een of meer plaatsvervangende vertegenwoordigers om namens hem in de Raad op te treden. Deze vertegenwoordigers kunnen worden bijgestaan door adviseurs.
- (d)
De Raad kan vertegenwoordigers van landen, die geen lid zijn, of van internationale organisaties als waarnemers in zijn midden toelaten.