Einde inhoudsopgave
Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven
Artikel 9 [nstanties die passagiers-informatie ontvangen]
Geldend
Geldend vanaf 18-06-2019
- Bronpublicatie:
05-06-2019, Stb. 2019, 205 (uitgifte: 17-06-2019, kamerstukken: 34861)
- Inwerkingtreding
18-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2019, Stb. 2019, 206 (uitgifte: 17-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De bevoegde instanties die van de Passagiersinformatie-eenheid passagiersgegevens of het verwerkingsresultaat van die gegevens kunnen verzoeken of ontvangen, teneinde de gegevens die zijn ontvangen nader te onderzoeken, of de nodige maatregelen te treffen voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van terroristische of ernstige misdrijven, zijn:
- a.
het openbaar ministerie;
- b.
de politie;
- c.
de bijzondere opsporingsdiensten;
- d.
de Koninklijke marechaussee; en
- e.
de Rijksrecherche.
2.
Een bevoegde instantie verwerkt de van de Passagiersinformatie-eenheid ontvangen passagiersgegevens of het verwerkingsresultaat van die gegevens uitsluitend verder voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van terroristische of ernstige misdrijven.