Einde inhoudsopgave
Regeling wapens en munitie
Artikel 50
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
30-11-2023, Stcrt. 2023, 33465 (uitgifte: 06-12-2023, regelingnummer: 4979989)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2023, Stcrt. 2023, 33465 (uitgifte: 06-12-2023, regelingnummer: 4979989)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
De onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 41 van de wet, bedraagt voor:
- a.
een ontheffing of de wijziging of verlenging daarvan: € 80,–;
- b.
een erkenning als bedoeld in artikel 10 van deze regeling: € 50,– voor ieder jaar waarvoor de erkenning geldt
- c.
een erkenning, niet zijnde een erkenning als bedoeld onder b: € 500,– voor ieder jaar waarvoor de erkenning geldt
- d.
de afgifte van een nieuw bewijs van erkenning uitsluitend ten gevolge van een wijziging van de beheerder: € 10,–
- e.
een consent: € 0,–
- f.
een doorlopend verlof tot vervoer ten behoeve van werknemers van erkenninghouders: € 10,–
- g.
een verlof tot vervoer, niet zijnde een verlof als bedoeld onder f: € 5,–
- h.
een uitvoervergunning conform verordening (EU) 258/2012: € 0,–
- i.
een Europese vuurwapenpas:
- 1°
voor de afgifte daarvan € 72,60, of
- 2°
voor de verlenging van de geldigheidsduur daarvan € 5,–;
- j.
de afgifte van een nieuw document, met uitzondering van de documenten genoemd in het eerste lid, onder a en e, uitsluitend ten gevolge van een redactionele wijziging daarin: € 5,–;
- k.
een controle als bedoeld in artikel 43 van de wet: € 90,–.
2.
Voorzover ter uitvoering van artikel 40 van de wet regels zijn gegeven over combinatie van de daarin genoemde bescheiden bedraagt de onkostenvergoeding voor een dergelijke combinatie niet meer dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor dat deel van de combinatie waarvoor de hoogste vergoeding geldt.