Einde inhoudsopgave
Aanpassingswet euro
Artikel 3a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
27-09-2001, Stb. 2001, 481 (uitgifte: 01-11-2001, kamerstukken: 27472)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2001, Stb. 2001, 481 (uitgifte: 01-11-2001, kamerstukken: 27472)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
Bij de omzetting in euro van door het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap bij wettelijk voorschrift vastgestelde geldbedragen, wordt het bedrag in euro zoveel mogelijk vastgesteld op het overeenkomstig verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van de Europese Unie van 19 juni 1997 (PbEG L 162) berekende equivalent van het bedrag in guldens.
2.
Indien verdere afronding noodzakelijk is, wordt het bedrag in euro zoveel mogelijk zodanig vastgesteld, dat de burger van de afronding geen nadeel ondervindt.
3.
In afwijking van het eerste en het tweede lid kan in bijzondere gevallen en gemotiveerd bij wettelijk voorschrift een ander bedrag in euro worden vastgesteld.
4.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de omzetting in euro van geldbedragen die bij wettelijk voorschrift zijn vastgesteld door een gemeenschappelijk orgaan of een bestuursorgaan van een openbaar lichaam dat met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen is ingesteld.