Einde inhoudsopgave
Wet op de strandvonderij
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
25-10-1989, Stb. 1989, 492 jo Stb. 1991, 609 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
25-10-1989, Stb. 1989, 492 jo Stb. 1991, 609 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 20503 Overheid.nl: 20503)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1990, Stb. 1990, 90 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Binnen acht dagen, nadat zaken onder zijn beheer zijn gebracht, geeft de strandvonder in een door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen dagblad, met opgave van alle merken, onderscheidingstekenen en verdere gegevens betreffende de herkomst der zaken, van de gedane berging kennis en roept daarbij rechthebbenden ter reclame op.
2.
Wanneer de geringe waarde der zaken zulks raadzaam maakt, is de strandvonder gerechtigd de in het vorige lid genoemde termijn te overschrijden teneinde de oproeping betreffende die zaken te verenigen met de oproepingen betreffende andere onder zijn beheer gebrachte zaken. Strandvonders van naburige ambtsgebieden kunnen met toestemming van Onze Commissaris, de oproepingen betreffende de hier bedoelde zaken verenigen. Is een vreemd schip of zijn zaken, welke van een vreemd schip blijken afkomstig te zijn, onder zijn beheer gebracht, dan geeft de strandvonder bovendien, met opgave van alle merken, onderscheidingstekenen en verdere gegevens betreffende de herkomst der zaken, van de gedane berging zo spoedig mogelijk kennis aan de bevoegde consulaire ambtenaar van de vreemde staat.