Regeling inkomstenderving vrijgevestigde medische beroepsbeoefenaren
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2001
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd door Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de Regeling van 02-11-2000.
- Bronpublicatie:
26-01-2000, Stcrt. 2000, 243 (uitgifte: 14-12-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-01-2000, Stcrt. 2000, 243 (uitgifte: 14-12-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
1.
Ten aanzien van het referentiejaar, als bedoeld in artikel 1 onder i, geldt dat dit referentiejaar niet verder in de tijd terug kan liggen dan het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de minister zijn voornemen tot sluiting kenbaar heeft gemaakt conform artikel 18a, tweede lid, van de Wet.
2.
Wanneer de sluiting gedurende het kalenderjaar plaatsvindt worden de inkomsten van dit jaardeel tezamen met het hieraan voorafgaande jaar vergeleken met het referentie-inkomen voor dezelfde periode bij de beoordeling van de compensatie. Geen compensatie wordt verleend voor de periode die ligt voor de datum waarop de minister zijn voornemen tot sluiting kenbaar heeft gemaakt conform artikel 18a, tweede lid, van de Wet.
Voorbeeld:
Uitgangspunt vormt dat de periode, waarover compensatie gegeven kan worden tussen 12 en 23 maanden ligt: de periode van 1 januari tot datum sluiting (X maanden) plus het hieraan voorafgaande jaar.
De in deze periode verworven praktijkinkomsten worden vergeleken met het referentie-inkomen. Compensatie wordt eerst verleend bij een teruggang van meer dan 10% ten opzichte van het referentiejaar van het inkomensdeel.
Stel, de sluitingsdatum is 1 februari 2000. Dan is de periode, waarover compensatie geclaimd kan worden: 1 januari 2000 tot 1 februari 2000 plus het jaar 1999, tezamen 13 maanden.
Uitzondering:
Voorafgaand aan de sluitingsbeslissing kan pas sprake zijn van saneringskosten vanaf het besluit van de minister tot het voornemen tot sluiting.
Wanneer dit voornemen besloten is in het jaar voorafgaand aan de sluiting, bijvoorbeeld 1 juli 1999, dan zal de periode waarover compensatie kan worden verkregen korter worden. In dit geval wordt de periode waarover compensatie verkregen kan worden 1 juli 1999 tot 1 februari 2000, te weten 7 maanden.