Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht BES
Artikel 330
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 528 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
1.
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordeelen, door geweld of bedreiging met geweld iemand dwingt hetzij tot de afgifte van eenig goed, dat geheel of ten deele aan dezen of aan een derde toebehoort, hetzij tot het aangaan van ene schuld of het tenietdoen van eene inschuld, wordt, als schuldig aan afpersing, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier en twintig jaren.
2.
Levenslange gevangenisstraf dan wel een tijdelijke gevangenisstraf van het hoogste vier en twintig jaren wordt opgelegd, indien het feit de dood ten gevolge heeft.
3.
De bepalingen van artikel 325, tweede lid, zijn op dit misdrijf van toepassing.