Einde inhoudsopgave
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
Artikel 67 [Pandrecht]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2006
- Bronpublicatie:
19-02-2005, Stb. 2005, 184 (uitgifte: 07-04-2005, kamerstukken: 29650)
- Inwerkingtreding
01-02-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2006, Stb. 2006, 41 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Pandrecht op een kwekersrecht wordt gevestigd bij een akte en werkt tegenover derden eerst wanneer de akte in het rassenregister is ingeschreven.
2.
De pandhouder is verplicht in een door hem ondertekende verklaring, bij de Raad in te zenden, woonplaats te kiezen te 's-Gravenhage. Indien die keuze niet is gedaan, geldt de zetel van de Raad als gekozen woonplaats.
3.
Bedingen in de akte waarbij het pandrecht is gevestigd, betreffende na inschrijving te verlenen licenties, gelden van het ogenblik af, dat zij in het rassenregister zijn aangetekend, ook tegenover derden. Bedingen als bedoeld in de eerste volzin, betreffende vergoedingen voor licenties, die op het ogenblik der inschrijving reeds waren verleend, gelden tegenover de houder der licentie na aanzegging aan deze bij deurwaardersexploot.
4.
Akten, waaruit blijkt, dat het pandrecht heeft opgehouden te bestaan of krachteloos is geworden, worden in het rassenregister ingeschreven.